Batterijen met nikkel–cadmium zijn goedkoop, maar schadelijk voor het milieu. Via de stortplaats of verbrandingsoven schaden ze ook de gezondheid. Alternatieve materialen zijn beschikbaar, veelal met lithium.

Ministers willen voorlopig nog wel uitzonderingen toestaan voor alarminstallaties, medische apparatuur en draadloze gereedschappen. De uitzonderingen gebruiken nog tweederde van alle cadmiumbatterijen, maar doel is dat ze uiteindelijk ook verdwijnen. Het voorstel moet nog goedkeuring krijgen van het Europees Parlement, dat liever helemaal geen uitzonderingen wil.

De inzameling van lege batterijen gebeurt al in Nederland en enkele andere landen. Voor de meeste EU–landen is dat echter nieuw. Het onderwerp lag daarom zeer verdeeld. Vooral Oost–Europese landen, Italië en Griekenland wilden lagere inzamelpercentages. Ze vormden echter geen meerderheid tegen het voorstel. Landen als België, Zweden en Denemarken eisten juist dat meer lege batterijen ingezameld worden.

Staatssecretaris Van Geel (Milieu) moest als EU–voorzitter flink schipperen voor een compromis. Afgesproken is dat landen minstens 25 procent laten inzamelen vier jaar na inwerkingtreding van het besluit. Dat moet vier jaar later zijn gestegen naar 45 procent. Het europarlement moet nog akkoord gaan, maar streefde eerder naar 50 procent.

Van Geel sprak maandag over een enorme milieuwinst; Rond 2015 moeten in Europa jaarlijks minstens vijf miljard lege batterijen worden teruggebracht. Europees commissaris Dimas (Milieu) had liever een grotere hoeveelheid gezien, maar toonde zich toch tevreden. „Dit is toch een verbetering, want momenteel zijn er geen minimumaantallen."

Het voorstel heeft ook gevolgen voor Nederland. Nederlanders leveren nu vrijwillig 34 procent van de gekochte batterijen in bij de winkelier. Nederland is daarmee de twee–na–beste van de EU. Het aantal moet echter nog omhoog om het doel van 45 procent te halen.