Buitenland

Milieuministers zetten in Buenos Aires stap terug in de tijd

Veel milieuministers dachten vorige week op de wereldklimaattop in Buenos Aires te scoren. Blokvorming en eigenbelang staken daar echter een stokje voor. Wat voor het milieu een stap voorwaarts had moeten zijn, werd er een terug. Het inperken van de mondiaal toenemende CO² uitstoot lijkt verder weg dan ooit.

Marcel ten Broeke
20 December 2004 08:57

De wereldklimaatconferentie van de Verenigde Naties had dit jaar plaats in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Een stad die zijn naam, ”mooie luchten”, niet altijd eer aandoet. Als wolken de meestentijds strakblauwe lucht bezoedelen, slaan de uitlaatgassen van een immense hoeveelheid taxi’s al snel op de adem. Dit brengt de menselijke invloed op het klimaat in elk geval dichtbij.

De keuze voor het even rokerige als prachtige Buenos Aires mocht dit jaar niet baten. Hoewel de vrijdagse slotonderhandelingen op de klimaattop voortduurden tot zaterdagochtend kwamen de partijen uiteindelijk naar buiten met een halfbakken akkoord. Het lukte 189 delegaties in twee weken tijd niet om ook maar één baanbrekende beslissing te nemen.

Terwijl zo hoog was ingezet. Niet in de laatste plaats door de Nederlandse staatssecretaris Van Geel, die in Buenos Aires de EU-delegatie leidde. Van Geel kwam afgelopen week met „vertrouwen” richting Buenos Aires. Zeker nu door de Russische ratificatie het Kyoto-protocol op 16 februari formeel in werking treedt, leek de tijd rijp om spijkers met koppen te slaan.

Het akkoord van Kyoto bevat afspraken die industrielanden in 1997 tijdens de wereldklimaattop in de Japanse stad Kyoto maakten om uiterlijk in 2012 hun schadelijke uitstoot van broeikasgassen met ruim 5 procent te verlagen vergeleken met het niveau in 1990. Dit moet de nadelige gevolgen van klimaatverandering, veroorzaakt door een versterkt broeikaseffect, tegengegaan. Volgens steeds meer wetenschappers zijn vaker voorkomende stormen, wateroverlast en langdurige perioden van droogte toe te schrijven aan de hoge uitstoot van broeikasgassen.

Van Geel had er in Buenos Aires vooral zijn zinnen op gezet dat ook snelgroeiende ontwikkelingslanden zoals China en India, die in het protocol van Kyoto zijn vrijgesteld van emissiebeperking, vanaf 2012 hun uitstoot van broeikasgassen beperken. Beide landen staan genoteerd in de topvijf van naties met de hoogste CO² uitstoot. Ook wilde Van Geel de VS, de grootste vervuiler, graag betrekken bij emissiebeperkingen voor de periode na 2012, het jaar waarin het protocol van Kyoto afloopt. De Amerikanen trokken zich in 2001 terug uit het Kyoto-protocol.

Het liep anders dan gepland. De idealistische doelstellingen van Van Geel werden uiteindelijk afgezwakt tot een voorstel om volgend voorjaar met alle VN-landen een bijeenkomst te houden waarin gepraat kan worden over klimaatbeleid in de toekomst. Een dagje samen uit in Bonn, ter voorbereiding op de klimaattop die waarschijnlijk in Canada plaatsheeft.

Het voorstel zette de mondiale verhoudingen op scherp en het aanvankelijke gevoel van euforie, na de Russische ratificatie van het protocol, verdween als sneeuw voor de zon. Uiteindelijk werd een akkoord bereikt dat vooral niets zegt. Een poging van de EU om de VS en ontwikkelingslanden na 2012 tot afspraken over vermindering van hun CO² uitstoot te bewegen, verzandde in een afspraak over het opzetten van een nogal vrijblijvend praatclubje. De top in Buenos Aires kan daarom moeilijk als een succes worden gezien.

Een aantal landen probeerde twee weken lang zo veel mogelijk het overleg te frustreren, waardoor de partijen nu verder van elkaar verwijderd lijken dan ooit. Zo blokkeerden de olieproducerende en -exporterende landen, met de Saudische olieminister Ali al-Naimi voorop, zo mogelijk iedere constructieve afspraak, omdat aandacht voor het klimaat de olieverkoop wel eens zou kunnen doen stagneren. Deze dikwijls rijke landen eisen daar ter compensatie nu al geld voor.

Daarnaast verzetten de ontwikkelingslanden, verenigd in de G-77, en China zich met hand en tand tegen ieder overleg dat ertoe zou kunnen leiden dat ook zij na 2012 hun uitstoot van broeikasgassen moeten verminderen. Dit zou ten koste gaan van hun ontwikkeling. Van Geel noemde de obstinate houding van het economisch snel groeiende India in dit verband „volstrekt absurd.”

Maar de Amerikanen zijn ook dit jaar weer, zoals wel vaker op klimaatterrein, de grootste dwarsliggers. De hele week trokken de VS fel van leer tegen het voorstel voor een toekomstgericht seminar. Tot 2012 willen de Amerikanen zich aan geen enkele afspraak binden. Vooral omdat zij niet geloven dat een versterkt broeikaseffect leidt tot klimaatverandering. Extreme weersverschijnselen komen soms vaker voor dan anders, zo luidt hun redenering.

Dat mag zo zijn. Milieuorganisaties, die zich soms wat gillerig profileren als het op klimaatverandering aankomt, hebben er inderdaad een handje van om achter elke extreme weersituatie klimaatverandering te zien. Zij leven nu eenmaal van fondsenwerving, die soms weliger tiert naarmate men harder schreeuwt. De vele honderden milieubeschermers die in Buenos Aires rondliepen, maakten vooral duidelijk dat het met die fondsen wel goed zit.

Maar al valt er over de wetenschappelijke aantoonbaarheid van klimaatverandering vast een robbertje te vechten, dit neemt niet weg dat iedereen kan zien dat stormen en wateroverlast voor veel arme landen harde realiteit zijn. Of het nu klimaatverandering of extreem weer wordt genoemd. Alleen al dáárom zouden de VS als grootste vervuiler zich meer moeten inzetten voor een mondiaal klimaatbeleid.

De klimaatonderhandelingen in Buenos Aires, die verzandden in een politiek steekspel, maakten pijnlijk duidelijk dat milieu momenteel voor veel landen geen item is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer