Inflatiecijfer VS domineert laatste beursdag van de week
De laatste handelsdag van de week zal vooral kleur krijgen door het Amerikaanse inflatiecijfer dat in de loop van de dag bekend zal worden. Daaruit moet naar voren komen of de geldontwaarding enigszins onder controle is of dat de Amerikaanse centralebankenkoepel harder moet ingrijpen. De verwachting is dat de beurzen met verlies aan de sessie beginnen.
Beleggers kauwen ook nog wat na op de rentevergadering van de Europese Centrale Bank. Die kondigde donderdag aan volgende maand voor het eerst in jaren de rente te willen verhogen, om daarmee de inflatie te beteugelen.
Vanuit China kwamen ook gegevens naar buiten over de inflatie. Zo liepen de producentenprijzen minder hard op in vergelijking met een maand eerder. De consumentenprijzen bleven redelijk stabiel. Dat laatste kwam vooral door de strenge lockdowns om verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Delen van Shanghai gaan dit weekend weer op slot om miljoenen mensen te testen.
Bij de bedrijven weet onder andere Shell de aandacht op zich gericht. Werknemers van een Australisch lng-platform hebben het werk neergelegd in een roep om betere arbeidsvoorwaarden.De betreffende installatie Prelude heeft de capaciteit om 3,6 miljoen ton lng per jaar te produceren.
Ook de luchtvaart staat weer in de schijnwerpers. De problemen op veel luchthavens als gevolg van personeelstekorten houden aan. Werknemers van easyJet in Berlijn staken. Ze willen onder ander een hoger loon, terwijl de Britse prijsvechter zijn operaties in de Duitse hoofdstad wil terugschroeven.
Verlichtingsbedrijf Signify profiteert mogelijk van een adviesverhoging. Analisten van Citi plakten een koopadvies op het aandeel.
De AEX-index eindigde donderdag 1,6 procent lager op 699,58 punten. De MidKap daalde 1,5 procent tot 999,95 punten. De hoofdgraadmeters in Londen, Parijs en Frankfurt gingen tot 1,7 procent omlaag. Ook op Wall Street stonden donderdag stevige minnen op de borden.
De euro was 1,0628 dollar waard, tegen 1,0663 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,2 procent minder op 121,25 dollar. Brentolie werd 0,3 procent goedkoper op 122,75 dollar per vat.