De tweederde meerderheid die daarvoor vereist was, werd daarmee behaald.

Het voorstel beoogt de invoering van een landelijk bindend correctief referendum, waarmee burgers aan de noodrem kunnen trekken door wetten terug te draaien. Omdat het om een Grondwetswijziging gaat, verloopt de besluitvorming in twee rondes, waarbij in de tweede ronde eveneens tenminste tweederde van de Kamerleden voor moet zijn.

Dat is niet het geval, zo bleek vorige week. VVD, CDA en SGP weigeren overstag te gaan. Daardoor komt de SP één stem tekort.

Door in te stemmen met een splitsing kan de partij de Kamer twee wetten voorleggen. Naast een wet over het landelijk referendum komt er dan een wet waarmee burgers besluiten van lagere overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) kunnen terugdraaien. Voor die laatste optie bestaat wellicht een meerderheid, omdat lokale en provinciale referenda voor het CDA minder bezwaarlijk zijn dan landelijke. Onder meer het CDA in Limburg zei in 2018 in zijn verkiezingsprogramma daar voorstander van te zijn.

Vorige week zei CDA-woordvoerder Van Dijk dat ze niet kan garanderen dat ze haar fractie op andere gedachten brengt. Wel voegde ze eraan toe persoonlijk „helemaal niet zo negatief” tegenover lokale en provinciale referenda te staan.

De stemmingen over de wetten zijn waarschijnlijk dinsdag. Ook dan is er voor beide een tweederde meerderheid vereist. Het opsplitsen van initiatiefwetten is overigens een zeldzaamheid. De laatste keer gebeurde dat in 2005, bij een voorstel over burgemeestersverkiezingen.