Werkgevers en bonden oneens over SER–onkostenvergoeding
Werkgevers kregen het vrijdag in de Sociaal–Economische Raad (SER) met de vakbeweging aan de stok over hun eigen onkostenvergoeding. VNO–NCW, MKB–Nederland en LTO Nederland noemden het „een verkeerd signaal" om in een tijd dat iedereen de broekriem moet aantrekken de maximale vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen binnen de SER met circa 7,5 procent te verhogen.
De vakbondsvoormannen De Waal (FNV), Terpstra (CNV) en Verhoeven (MHP) reageerden verbaasd dat de vergoeding in de discussie over loonmatiging werd getrokken. De Waal: „Dit is opmerkelijk. Het gaat hier om een vergoeding van gemaakte kosten die overigens niet eens kostendekkend is. Als de werkgevers echt zo strikt zijn over de nullijn, moeten ze dat ook zijn in de discussie over de topinkomens van bestuurders bij grote ondernemingen."
De hoogte van de vergoeding wordt twee keer per jaar door het dagelijks bestuur van de SER vastgesteld. Deze stelde vrijdag een vergoeding voor van ten minste 113 euro en maximaal 360 euro per dagdeel dat wordt vergaderd, terwijl voorheen de bovengrens op 335 euro lag.
De vakbeweging en onafhankelijke kroonleden van de raad stemden hiermee in, waarmee het voorstel werd aangenomen. De werkgevers vroegen de maximale vergoeding voor hen op 335 euro te houden.