Maastricht gaat met Belgen praten over geld na stopzetten tram
De gemeente Maastricht gaat met de Vlaamse ministerraad praten over de kosten die gemaakt zijn voor een tramverbinding tussen Maastricht en Hasselt. Aan Nederlandse zijde werd voor de tram 23 miljoen geïnvesteerd op grond van een contract uit 2008, waarbij de aanleg van de 30 kilometer lange tramlijn tussen Maastricht en Hasselt werd overeengekomen. Maandag trokken de Vlamingen eenzijdig de stekker uit het project. Ze willen over alternatieven gaan denken. Voor daarover kan worden gesproken, wil Maastricht eerst praten over de 23 miljoen, zei een teleurgestelde wethouder Gert-Jan Krabbendam (GroenLinks) dinsdag.
Krabbendam wilde niet spreken over een schadeclaim. „We moeten op een nette manier met elkaar omgaan”, zei de wethouder. „In 2008 hebben we een contract getekend voor de aanleg van de tramlijn. Op basis daarvan hebben we tijd en geld in de realisatie daarvan gestoken. We gaan ervan uit dat de Vlaamse ministerraad zich hiervan bewust was. Wat ons betreft is dit het onderwerp van gesprek, voor we over alternatieven gaan praten.”
De tram zou de 33 kilometer lange afstand tussen beide Limburgse hoofdsteden in 40 minuten tijd moeten overbruggen. Maar Vlaanderen trok maandag de stekker uit de tram, na het afgelopen jaar al getreuzeld te hebben met de besluitvorming. En dat terwijl de plannen voor de tram oorspronkelijk van Vlaanderen afkomstig zijn.
De afgelopen achttien jaar heeft de tram de twee landen al 75 miljoen euro gekost, zonder ooit gereden te hebben. Van Nederlandse kant is 23 miljoen geïnvesteerd door Rijk, provincie en gemeente.
Half juni is er nieuw overleg tussen beide partijen. Nu de tram op dood spoor is terechtgekomen, komen de Vlamingen met een nieuw plan: de trambus. Daarover bleek de Vlaamse ministerraad inmiddels een rapport opgesteld te hebben. Krabbendam zegt dat rapport niet te kennen. Bovendien gaat de realisatie van alternatieven ook vele jaren duren, vreest Krabbendam.