Federalisten in Europa zijn geen realisten
Er waait een gure profederalistische wind door Europa. Aanjagers van deze koers willen van de Europese Unie een superstaat maken, waarin de soevereiniteit gedeeld wordt tussen een centrale overheid en de deelstaten. Maar kleinere landen, zoals Nederland, dreigen dan hun invloed te verliezen.
Weinigen hebben het gemerkt, maar op 9 mei werd de ”Conferentie over de Toekomst van Europa” afgesloten. Het doel ervan was prioriteiten van de Europese Unie vast te stellen. De burger moest daarbij vooral centraal staan. De EU-instellingen hebben in het afgelopen jaar veel tijd en miljoenen besteed aan overleg met een selectief groepje burgers.
Het einddocument bevat maar liefst 49 voorstellen. De conclusie is dat we vooral méér Europa op méér terreinen nodig hebben. Mij bekruipt het gevoel dat de EU zich met werkelijk van alles en nog wat wil gaan bemoeien.
Er zitten voorstellen bij die alleen ‘cosmetisch’ zijn, zoals het wijzigen van de naam van de Europese Commissie in ”Leidinggevende Commissie van de Europese Unie”. Het moet niet gekker worden. Maar gekker en ook ingrijpender kan het wel degelijk. Zo zijn er ook inhoudelijke voorstellen, zoals het oprichten van ”betaalbare kleuterscholen” in heel de EU. Ik heb niets tegen betaalbare kleuterscholen, maar moet de EU zich daarmee nu echt gaan bezighouden? Wat meer bescheidenheid en realisme zijn, dunkt me, wel gewenst.
Vetorechten
Voor veel voorstellen uit het eindverslag van de conferentie zijn geen verdragswijzigingen nodig. Voor een van de meest in het oog springende voorstellen geldt dat echter wel: het afschaffen van vetorechten voor ministers en regeringsleiders bij vergaderingen van de Europese Unie. Maar dat is voor mij echt een brug te ver. Unanimiteit over besluiten (van buitenlands beleid tot belastingaangelegenheden) is dan namelijk niet meer nodig.
Over deze plannen en in het bijzonder het afschaffen van de vetorechten kan ik kort zijn: niet doen! De kleinere lidstaten, waaronder Nederland, hebben juist belang bij het vetorecht. Zulke lidstaten zijn immers zelden nodig voor een meerderheid in de Europese Raad. Als dan ook nog eens alle vetorechten worden afgeschaft, is het alsof je de sleutels van je eigen huis weggeeft. Want als de meerderheid (lees: de grote lidstaten Duitsland, Frankrijk en Italië) hun stempel nog zwaarder kunnen drukken op het beleid, is voor de kleinere landen het einde zoek. De praktijk zal uitwijzen dat Nederland dan nog meer moet afdragen aan de EU. En dat voor plannen die vooral zuidelijke lidstaten goed uitkomen.
Draagvlak
D66 betoogt dat Europa meer slagkracht krijgt als landen geen vetorecht meer hebben. Het vetorecht kost alleen maar onnodig tijd, wordt er gezegd. Dat is dan maar zo. Goede besluitvorming kost in een democratie nu eenmaal tijd. Met zoveel mogelijk mensen rekening houden, hoort erbij. Zonder vetorechten vermindert het draagvlak voor de EU, juist bij die landen waarvan de belangen het vaakst weggestemd worden. Lidstaten moeten daarom rekening blijven houden met elkaars gerechtvaardigde belangen! Hoe valt trouwens het wegvallen van draagvlak te rijmen met de roep om meer burgerparticipatie? Het afschaffen van de vetorechten is wat de SGP betreft daarom een heel slecht plan.
Tweeslachtig kabinet
Gelukkig staat de SGP niet alleen in haar kritiek op de politiek gekleurde uitkomsten van de conferentie. Na 9 mei kwam een groep van inmiddels dertien lidstaten in verweer tegen de oproep van president Macron om de EU-verdragen aan te passen. Het zijn niet voor niets de kleinere lidstaten die zich verzetten tegen de gevaarlijke voorstellen van de conferentie. Ik roep de Nederlandse regering dan ook met klem op zich aan te sluiten bij deze groep. De huidige houding van het kabinet is te tweeslachtig.
Al vanaf het begin heb ik mijn twijfels gehad over deze conferentie. Ik heb mij afgevraagd: Hoe centraal zou de burger echt staan? En tot twee keer toe heb ik samen met collega-Europarlementariërs aan de Europese Commissie gevraagd hoe het zit met de financiering van deze conferentie. Beide keren waren de antwoorden vaag, want de Europese Commissie, het Europarlement en de Europese Raad waren alle drie alleen verantwoordelijk voor hun eigen portie, zo klonk het. Over ondoorzichtigheid gesproken.
Op de rem
Inmiddels is wel duidelijk geworden dat de conferentie gekaapt is door profederalistische politici. Die hebben maar één doel voor ogen en dat is hun eigen agenda erdoor drukken. Kritische opmerkingen van Europarlementariërs werden gewoonweg genegeerd. Dat heeft ervoor gezorgd dat de fractie van de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR), waarvan de SGP lid is, de conferentie voortijdig heeft verlaten. Ik bedank voor een conferentie die verdere inperking van de macht van de lidstaten als einddoel heeft.
Het lijkt wel of de EU onder aanvoering van federalisten elke dag stappen wil zetten naar een ‘Verenigde Staten van Europa’. De SGP trapt daarom in het Europees Parlement op de rem. Want Nederland moet niet nog meer soevereiniteit weggeven aan Brussel. Samenwerking is prima, maar toenemende eenwording zeker niet.
De auteur is lid van het Europees Parlement voor de SGP.