Uit de boekenkast: Verzet en overgave bij Flora Lagerwerf-Vergunst
Flora Lagerwerf-Vergunst heeft niet de lichtste kost uitgekozen. Het zijn titels waarin geworsteld wordt, met onrecht, met twijfel, en met Gods leiding. Bonhoeffers ”Verzet en overgave” vormt een rode draad.
Flora Lagerwerf-Vergunst (57) groeide op in de pastorie: haar vader was de hervormde predikant ds. E. F. Vergunst. Boeken waren er van jongs af aan, vertelt ze in haar vakantiewoning in Ouddorp. „We hadden geen tv, dus dan ga je lezen.” Toch kiest de rechter geen boeken uit haar jeugd; en ook geen lichtvoetige romans. „Ik lees weleens Francine Rivers, hoor, op vakantie bij het zwembad.” Poëzie is ook niet haar eerste keus. „Hoewel, ik had er achteraf best iets bij kunnen doen van Jacqueline van der Waals; die gedichten spreken me wel aan.” De boeken die haar echt bijblijven, hebben een diepere lading. Theologisch werken, of goed geschreven romans over een thema uit de sfeer van haar werk.
1
Bonhoeffer
Verzet en overgave
„Twintig jaar geleden, in een existentiële periode in mijn leven, maakte ik kennis met Bonhoeffers ”Verzet en overgave”. Vervolgens heb ik ongeveer zijn hele oeuvre gelezen. Iemand uit een beschaafd milieu, die zich verzet tegen het regime van Hitler. Hij strijdt tegen onrecht. Dat typeert ook mij. Ik ben een enorme vechter. Ik leg me nooit zomaar neer bij de dingen zoals ze gaan. Dat is ook mijn vak: dat het kwaad veroordeeld wordt, dat er genoegdoening komt. Bonhoeffer verzet zich vastberaden tegen het lot, maar zegt ook dat we ons er in bepaalde omstandigheden aan moeten onderwerpen. Dat is als we achter het noodlot de leiding van God ontdekken. Dan komt er overgave, vertrouwen. Dat heb je niet in je zak; het moet iedere keer bevochten worden. Bij Bonhoeffer is het heel authentiek, doorleefd. Daarom spreekt het me zo aan. Ik ken ook aanvechtingen: Bestaat God? En waarom laat Hij bepaalde dingen toe? Maar de overgave is er ook. Aan het eind van het boek is het gedicht ”Wie ben ik?” opgenomen. Met de prachtige slotregel: „Ik ben van U, mijn God.” Dat is de taal van zondag 1 van de catechismus. Dat is ook de grond van mijn leven.”
2
G. Sevenster e.a.
Twijfel en geloof
„Mijn vader overleed in 2017. Een uitgesproken, directe, humoristische man. Maar over zijn innerlijk sprak hij niet veel. Hij was wars van vrome prietpraat. Bonhoeffer schreef in zijn bekende doopbrief: „De vroomheid van je ouderlijk huis zal geen vroomheid zijn van vele woorden, je zult leren bidden, je zult leren God boven alles te vrezen en te beminnen en de wil te doen van Jezus Christus.” En zo was het bij ons thuis. Op zijn sterfbed spraken we nog over twijfel en aanvechting; daar had hij veel last van gehad. Maar uiteindelijk is hij heel ruim gestorven. Toen mijn moeder naar een verpleeghuis ging, ruimde ik zijn studeerkamer op. Daar vond ik de bundel ”Twijfel en geloof” uit 1950. Die moet hij in zijn studententijd gekocht hebben. Ik las het een paar maanden geleden. Uit onderstrepingen en aantekeningen is duidelijk wat mijn vader bezighield. Herkenbaar: ik lijk veel op hem. Vooral het hoofdstuk van prof. G. Sevenster over Job raakt me. Daarin zit een paradox: Job verwijt God van alles, maar desondanks verwacht hij het toch van Hem. En uiteindelijk wordt Job door God geprezen, zijn vrienden worden dat niet. Wie twijfelt en oprecht vecht om zekerheid, wordt door God niet afgewezen. Dit boek is me zeer lief.”
3
C. S. Lewis
Verdriet, dood en geloof
„Dit boekje van Lewis triggert me. Hij is de man van de bekende slogan ”Het lijden is Gods megafoon”, waarmee hij wil zeggen dat God met het lijden iets te zeggen heeft. Maar in dit boekje is hij als de moderne Job, die God aanklaagt als Degene Die totaal afwezig is in tijden van nood. Lewis schreef het in 1961 onder een pseudoniem, na de dood van zijn vrouw. Onbarmhartig beschrijft hij zijn gevoelens van verdriet; dat beheerst hem totaal. Hij is eerlijk, verbloemt niets. Wil niets dichtsmeren. Zo rauw is het leven. Lewis gaat daarin heel ver; echt helemaal Job. Op een troostvol woord dat zijn vrouw in Gods handen is, antwoordt hij bijvoorbeeld: „Keer op keer, wanneer Hij het genadigst scheen, was Hij in werkelijkheid bezig de volgende marteling voor te bereiden.” Overigens vindt Lewis uiteindelijk vrede met God. Dit boekje raakt me. Ook ik heb een groot verdriet in mijn leven, wat te maken heeft met de nu al zo lang durende ziekte van een van onze kinderen. Wanneer er voortdurend sprake is van hoop die keer op keer door complicaties de bodem wordt ingeslagen, maakt dit murw, worden de dagen dof. Dan kom ik weer bij Bonhoeffer: verzet en overgave.”
4
Philip Roth
Nemesis
„”Nemesis” van de Amerikaanse schrijver Philip Roth is een spannend boek. Het speelt in de jaren 40 van de vorige eeuw, toen er in Amerika een polio-epidemie heerste. De beschrijving van de angst en paniek, maar ook de woede en complottheorieën, zijn na corona heel herkenbaar. In de stad waar de hoofdpersoon, een sportleraar, leeft is de epidemie extreem erg. Hij staat voor het dilemma: blijven in de stad waar inmiddels dodelijke slachtoffers onder zijn leerlingen zijn gevallen, of gehoor geven aan zijn verloofde die hem vraagt naar een zomerkamp voor kinderen in de bergen te komen. De keus die hij maakt heeft uiteindelijk een noodlottige uitwerking. De man acht zichzelf schuldig aan het onheil dat zijn keus aanricht. Of die keus nu toevallig was of gebruikt als instrument in de handen van God: in ieder geval straft hij zichzelf. Het boek heet ”Nemesis”: het toekennen van de verdiende straf. Ik vind dit een sprekend maar lastig dilemma. Zelf ben ik ook geneigd om te analyseren waar het fout ging en wat mijn aandeel daarin was. Tot mijn verrassing vond ik voor dit dilemma opnieuw het antwoord bij Bonhoeffer. Die schrijft: „Het verwondert me vaak dat ik niet, zoals bijna alle anderen hier, voortdurend wroet in vroegere fouten of zit te denken hoe anders het allemaal zou zijn, als ik dit zus of zo gedaan zou hebben. Ik zie alles als noodzakelijk, het kon niet anders, het is van hogerhand beschikt.” Weer de thema’s verzet en overgave, noodlot en leiding.”
5
Janet Lewis
Het proces van Sören Qvist
„Dit boek van de Amerikaanse romanschrijver Janet Lewis gaat over een waargebeurde rechtszaak uit 1625 in Jutland. Een predikant wordt veroordeeld voor doodslag op zijn knecht. De knecht was lui en treiterde zijn baas, de dominee had soms onbeheerste woedeaanvallen. De knecht blijkt begraven in de tuin van de pastorie. Het lijkt onontkoombaar: de predikant heeft de moord op zijn geweten. Deze ontkent echter aanvankelijk. Als lezer ben je getuige van zijn worsteling: waarom beschermt God mij niet? Uiteindelijk bekent hij toch, wat leidt tot zijn veroordeling tot de doodstraf. Twintig jaar later duikt de knecht levend en wel op... Dit boek helpt mij om nadrukkelijk stil te staan bij de vraag hoe je bewijs in strafzaken waardeert. Sowieso denk ik dat lezen een noodzakelijke voorwaarde is om een goede rechter te kunnen zijn. Het boek gaat ook over morele dilemma’s: Wat is goed, wat is kwaad? Wat is rechtvaardigheid? En opnieuw: Welke rol speelt het lot in een leven, en waar is God in dit alles?”
6
Fernando Aramburu
Vaderland
„Een prachtig boek van de Spaanse schrijver Fernando Aramburu; je legt het bijna niet weg voor je het uit hebt. ”Vaderland” gaat over politiek en extremisme in Spanje ten tijde van de Baskische afscheidingsbeweging ETA. Een verstikkend klimaat in een Baskisch dorp. Twee gezinnen, een arm arbeidersgezin en een welvarend ondernemersgezin, leefden ooit vriendschappelijk met elkaar. Maar de sfeer is totaal vergiftigd door dreigementen en chantage. De vader van het ondernemersgezin wordt vermoord, vermoedelijk door de zoon van het andere gezin. Een boek over excessen, maar ook over pogingen tot verzoening. Het laat zien dat je je niet kunt onttrekken aan de strijd. Zelf ben ik onderdeel van een groep rechters die internationale strafzaken behandelt, onder meer over terrorisme. Vaak probeer ik me een voorstelling te maken van wat iemand ertoe brengt om dit soort gruwelijke misdrijven te plegen. Een boek als dit geeft me daar meer inzicht in.”