Pas richting het najaar kan een definitief besluit genomen worden, omdat de NS dan meer inzicht heeft in de vacatures en de verzuimcijfers. De NS verwacht dat de krapte „langer voelbaar” zal blijven.

Heijnen vindt dit „uiteraard geen aantrekkelijk perspectief voor de reiziger, noch voor het personeel van de NS”. Maar ze benadrukt dat de krapte op de arbeidsmarkt ook geldt voor andere sectoren. Verder schrijft ze dat de NS haar heeft toegezegd de problemen voor de reizigers zoveel mogelijk te beperken.

Halverwege juni rijden er op bepaalde trajecten al minder treinen, zoals op de lijn tussen Arnhem, Schiphol en Rotterdam. Verder worden sommige treinen ingekort, zodat er maar een in plaats van twee hoofdconducteurs nodig zijn.