Binnenlandgender
„Beschuldiging discriminatie in zaak ziekenhuis en transman heel fors”

Een man met baarmoeder en eierstokken; voor veel gynaecologen relatief nieuw. Dat maakt het oordeel van discriminatie over het handelen van een arts uit het OLVG zwaar, vindt gynaecoloog Norah van Mello. De NPV spreekt van een „politiek geladen uitspraak”.

Hanneke den Hertog
beeld iStock
beeld iStock

Zelf ziet Van Mello, die als gynaecoloog in het Amsterdam UMC hoofdzakelijk binnen het genderteam werkt, dagelijks een grote genderdiversiteit voorbijkomen. Maar ook voor haar is het een relatief nieuw fenomeen dat een transman –iemand die met vrouwelijke geslachtskenmerken geboren is, maar zich als man identificeert– een baarmoeder en eierstokken heeft; tot 2014 was sterilisatie van deze groep mensen bij wet verplicht als ze in hun paspoort een ”m” in plaats van een ”v” wilden hebben.

„Nu de buikoperatie niet meer hoeft, kunnen transmannen om diverse redenen kiezen voor behoud van de baarmoeder en eierstokken. Een man met een baarmoeder en eierstokken is een nieuw fenomeen, waar we ons steeds meer bewust van worden.”

Juist vanwege de nog relatieve onbekendheid van deze groeiende groep mensen zegt Van Mello terughoudend te willen zijn in de discriminatie-uitspraak die het College voor de Rechten van de Mens dinsdag deed. „Ik ken de medische achtergrond van deze zaak niet, maar ik kan me absoluut niet voorstellen dat er kwade opzet in het spel is geweest”, aldus Van Mello, die woordvoerder is op het gebied van genderzorg namens de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).

Onomkeerbare ingreep

Omdat het verwijderen van de baarmoeder en eierstokken een grote en onomkeerbare ingreep is, kan Van Mello zich goed indenken dat de gynaecoloog bij het OLVG niet zonder overleg met collega’s de beslissing wilde nemen over de operatie bij deze transman.

„In ons genderteam maken we ook multidisciplinair een inschatting, bijvoorbeeld over de motivatie om af te willen van de baarmoeder en eierstokken. Dat doen we samen met een psycholoog, chirurg, hormoonarts en de patiënt. Dus ik kan me goed voorstellen dat deze gynaecoloog dacht: moeten hier niet meer mensen over nadenken?”

Daarbij wijst Van Mello ook op het feit dat in het geval van vleesbomen (goedaardig weefsel rond de baarmoeder dat soms klachten geeft) normaal gesproken alleen de baarmoeder wordt verwijderd, en niet de eierstokken. „Dat deze patiënt ook de eierstokken wilde laten weghalen, roept bij mij de vraag op of dit toch ook niet te maken heeft met de genderdysforie, en niet alleen met de pijnklachten.”

Voor het College was het niet uitvoeren van lichamelijk onderzoek doorslaggevend om te komen tot de uitspraak dat er sprake was van discriminatie.

Van Mello vindt het lastig om te zeggen of de gynaecoloog hierin inderdaad nalatig is geweest. „Als iemand met buikpijn aanklopt, voer je als gynaecoloog inderdaad vaak een lichamelijk onderzoek uit. Maar ik merk onder hulpverleners dat er een zekere bezorgdheid is om iemand die genderdysforie heeft in zijn lichamelijke integriteit aan te tasten door lichamelijk onderzoek. Nalatigheid is hier ook weer een heel groot woord, net als discriminatie.”

Of het mensenrechtencollege de juiste plek is voor een medische zaak als deze, betwijfelt de gynaecoloog. „Het is geen medisch tuchtcollege, terwijl er wel veel medisch inhoudelijke kennis en argumenten belangrijk zijn in deze zaak.”

Voor Van Mello en haar collega’s die zich bezighouden met de zorg voor genderpatiënten is deze uitspraak eens te meer reden om gynaecologen goed te instrueren. „We weten dat we onze collega’s moeten ondersteunen als ze geconfronteerd worden met transpersonen in de zorg. We willen een vraagbaak zijn.”

Volgens Van Mello is het lastig, zo niet onmogelijk om ervoor te zorgen dat alle Nederlandse gynaecologen „perfect op de hoogte zijn van de hele diversiteit.” „Dat kun je niet verwachten als iemand in zijn hele carrière maar één of twee keer een transman ziet. Daarom moet de complexe transgenderzorg gecentraliseerd worden. Daarnaast willen we genderdiversiteit onder gynaecologen breed bekend maken. Daar zetten we ons voor in door bijvoorbeeld voordrachten en informatiefolders. En we blijven adviseren om transmannen met een baarmoeder en eierstokken in medische behandelingen niet anders te benaderen dan een cis vrouw (iemand die geboren is als vrouw en zich als vrouw identificeert, HdH).”

Sportschool

„Een wake-up call voor professionals” noemt Elise van Hoek van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) de uitspraak van het College. Helemaal verrast is ze echter niet, wijzend naar een vergelijkbaar oordeel in december 2021 van het mensenrechtencollege, waarbij een transvrouw met penis zich gediscrimineerd voelde omdat een sportschool haar de toegang tot de vrouwenkleedkamer weigerde. Het College gaf de vrouw gelijk.

Volgens Van Hoek is de uitspraak van dinsdag is politiek geladen. „De klacht komt niet van een willekeurige patiënt, maar van de voorzitter van het Transgender Netwerk Nederland (TNN), een belangenorganisatie die de arts als poortwachter wil afschaffen”, aldus de manager onderzoek en beleid van de NPV. Daarbij doelt ze op de eisen die TNN heeft opgesteld voor de transgenderzorg. Een daarvan is het vooropstellen van de zelfbeschikking in de transgenderzorg. „Transgender personen weten zelf het beste welke zorg zij nodig hebben”, valt te lezen op de website van TNN.

De verantwoordelijkheid van een arts om een diagnose te stellen komt onder druk te staan door deze tendens van autonomie van de patiënt, vreest Van Hoek. „Terwijl toegang tot zorg juist zorgvuldig bewaakt moet worden.”

Volgens Van Hoek is het niet discriminerend als een arts onderscheid maakt op basis van geslacht, maar juist een teken van deskundigheid. „Hartklachten verschillen bijvoorbeeld vaak tussen mannen en vrouwen. In zo’n geval is het niet meer dan logisch dat een arts rekening houdt met het geslacht van de patiënt.”

Serieus

Het OLVG meldt naar aanleiding van de uitspraak op de website dat de uitspraak „duidelijk” is. „Wij hadden in deze situatie anders moeten handelen”, staat te lezen in de korte verklaring. Ook meldt het ziekenhuis de uitspraak van de rechter „zeer serieus” te nemen, en erover „met elkaar in gesprek” te gaan „om er zo van te leren en te verbeteren.” Het OLVG wilde desgevraagd verder niet inhoudelijk reageren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer