Het is droog en het wordt nog erger
Als het binnen twee weken niet gaat regenen, liggen misoogsten in het verschiet. Die waarschuwing gaf de zuidelijke boerenorganisatie ZLTO woensdag. Zeeuwse boeren delen de zorgen. „Het klimaat verandert.”
Het is droog, erg droog. Volgens weerinstituut KNMI is het nu al droger dan in de 5 procent droogste jaren sinds het begin van de metingen in 1906. Voorlopig wordt geen regen van betekenis verwacht. Op dit moment steekt 2022 het recordjaar 1976 zelfs naar de kroon.
Op de zandgronden in Noord-Brabant en Limburg is de behoefte aan water het grootst, stelt ZLTO. Dat geldt vooral in gebieden waar de boeren niet kunnen of mogen beregenen. In sommige gebieden in Brabant geldt sinds kort al een verbod op het gebruik van oppervlaktewater.
De kleigronden in het westen en noorden van het land hebben een bijkomend probleem: korstvorming. Pas ontkiemde suikerbietenplantjes zien geen kans door de harde bovenlaag van de grond te breken. Landelijk moest volgens suikerproducent Cosun tot nu toe 2600 hectare bieten worden overgezaaid, vooral op de noordelijke kleigronden en met name vanwege die korstvorming.
Kluiten
Jan Willem van de Velde (57) uit het Zeeuwse Dreischor, die met drie zoons een akkerbouw- en kersenbedrijf runt, herkent het probleem. „De herfst en de winter waren erg nat en het heeft niet gevroren. Daarna werd het droog. Dan krijg je op onze kleigrond korstvorming en kluiten. Wij hebben veel werk gehad om de grond te verkruimelen voordat we pootaardappelen –ons belangrijkste gewas– gingen poten. De laatste hectares zijn zaterdag pas de grond in gegaan.”
Voordeel van klei, in vergelijking met zandgrond, is dat vocht langer wordt vastgehouden. Toch heeft de wintertarwe van Van de Velde, die al in het najaar gezaaid is, nu al zichtbaar een tekort aan water. „Het gewas komt moeilijk op kleur, het moet water en kunstmest hebben”, zegt hij. „De tarwe verdampt veel vocht. Met oostenwind en hogere temperaturen in het vooruitzicht wordt dat alleen maar meer.”
Volgens het KNMI is juist in het zuidwesten van het land het neerslagtekort –het verschil tussen de gewasverdamping en de gevallen neerslag sinds begin april– het grootst (zie kaartje). Op Schouwen-Duiveland, waar Dreischor ligt, kunnen de boeren hun gewassen niet beregenen. Er is simpelweg geen zoet water beschikbaar op het eiland.
Anders dan in het noorden van het land zijn de suikerbieten van Van de Velde goed opgekomen. „We hebben vroeg kunnen zaaien en daarna heeft het begin april nog geregend”, verklaart de boer.
Dat geldt ook voor de bieten van Leonard den Hartog (50) uit het naburige Kerkwerve. „Dankzij die regen konden de zaden kiemen. De bietenplantjes en ook mijn uien staan er nu goed bij. Veel vocht verdampen die kleine plantjes nog niet, maar als het nog een paar weken droog blijft kan het wel kritiek worden.”
Ook Den Hartog teelt tarwe. „De komende periode moeten de korrels zich gaan vullen. Dan moet het gewas voldoende water hebben”, zegt hij. De akkerbouwer vindt het te vroeg om van dreigende misoogsten te spreken. „Het is wel droog, maar het kan nog alle kanten op. Als er op tijd regen komt, kunnen we nog een goede oogst krijgen.”
Van de Velde moet zijn winterwortelen nog zaaien en de knolselderij nog planten. Het wachten is op regen. „De plantenkweker heb ik uitstel gevraagd. Als ik die jonge knolselderij nu in de grond zet, redt ze het niet.”
Klimaatverandering
De akkerbouwer uit Dreischor is ervan overtuigd dat de droogte te maken heeft met verandering van het klimaat. „Het voorjaar en de zomer worden droger, de herfst en winter natter. Dat zagen we ook in 2018 en 2019.”
Ook de hoge bladluizendruk van dit moment is volgens hem een symptoom. Bladluizen zijn een gevaar voor de kwaliteit van pootaardappelen, omdat ze virusziekten overbrengen. „Bladluizen gedijen bij warmte. We moeten er nu al tegen spuiten in het graan en de bieten. Dat kwam vroeger begin mei echt niet voor. Ik houd mijn hart vast als volgende week de eerste aardappelen boven de grond komen.”
Een andere zorg voor de akkerbouwers zijn de sterk gestegen kosten voor brandstof en kunstmest, mede als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Den Hartog: „De prijs van kunstmest is vijf keer zo hoog als vorig jaar. Voor de diesel betaal ik nu 1,64 cent per liter exclusief btw, tegen 88 cent vorig jaar. Als je in het voorjaar 3000 liter per week gebruikt –en dan ben ik niet eens zo’n grote boer– gaat het hard.”
Hendrik Jan ten Cate (44), akkerbouwer in Poortvliet en voorzitter van de ZLTO-vakgroep akkerbouw, zegt dat elke boer in het Zuidwesten wel percelen heeft waar het gewas last heeft van de droogte. „Bij mijzelf is op een perceel uien de helft niet opgekomen. Vanwege het dreigende tekort aan graan door de oorlog in Oekraïne hebben diverse boeren dit voorjaar zomertarwe gezaaid. Die heeft nauwelijks regen gehad en ontwikkelt zich nu niet.”
Ten Cate vindt het te vroeg om al van misoogsten te spreken. „Maar de situatie is wel zorgelijk, en niet alleen in Nederland. In heel Noordwest-Europa is het droog.”