Nissan blijft voorzichtig na eerste winst in drie jaar
De Japanse autoproducent Nissan heeft in het afgelopen boekjaar voor het eerst in drie jaar weer winst geboekt, dankzij sterke verkopen op de Amerikaanse markt en kostenbesparingen. Voor het huidige boekjaar, dat tot en met volgend jaar maart loopt, blijft de automaker wel voorzichtig en wordt een lagere winst voorzien. Dat komt vooral door het aanhoudende wereldwijde chiptekort, hogere grondstofprijzen en leveringsproblemen.
De Japanse autogigant zat al in een achtbaan vóór de marktverstoring die werd veroorzaakt door de coronapandemie, de oorlog in Oekraïne en de coronalockdowns in China, die een impact hebben op de levering van onderdelen. Nissan kampte voor deze gebeurtenissen al met een afnemende vraag en de nasleep van de arrestatie van zijn voormalige topman Carlos Ghosn, die van fraude werd beschuldigd.
Het bedrijf voert momenteel een plan uit waarbij het aantal modellen wordt teruggeschroefd, de kosten worden verlaagd en herstructureringen worden doorgevoerd. Mede dankzij deze inspanningen en een goedkopere Japanse yen wist het bedrijf een nettowinst te behalen van 215,5 miljard yen, omgerekend zo’n 1,6 miljard euro. Het was de eerste nettowinst sinds het boekjaar 2018-2019. De winst viel ook hoger uit dan kenners hadden verwacht. Dankzij de winst keert Nissan ook voor het eerst in drie jaar weer dividend uit.
Voor het huidige fiscale jaar voorziet Nissan echter een terugval van de nettowinst tot 150 miljard yen, ongeveer 1,1 miljard euro. De grotere concurrent Toyota liet zich eerder deze week ook al voorzichtig uit over dit jaar vanwege de „ongekende tegenwind” door de oorlog in Oekraïne en lockdowns in China.
„Het is duidelijk dat onze sector en dus ook onze prestaties afgelopen boekjaar werden beïnvloed door toenemende tegenwind”, zei operationeel directeur Ashwani Gupta van Nissan. Deze uitdagingen, die in het afgelopen kwartaal verder zijn toegenomen, zorgen volgens Gupta voor „ongekende onzekerheid” in de markt.