Rolstoelvriendelijk wandelen
Het park rond Landhuis Oud Amelisweerd biedt een gevarieerde bomenwandeling. De kleine lettertjes in de beschrijving melden dat ook rolstoelers hier terechtkunnen. Inderdaad, hier liggen zaken vlak.
Het is op internet nauwelijks bij te benen, al die aangeboden rolstoelroutes. Toch blijft het lastig een geschikte route te vinden. De ene rolstoeler is de andere niet; beperkingen verschillen sterk en dus ook de wensen. De meeste routes zijn erg kort, 1 tot 2 kilometer. En heel vaak onderdeel van een langer wandeltraject. Dat is niet handig, want aan het einde van de rolstoelroute moet je hetzelfde stuk ook weer terug naar je geparkeerde auto.
Soms zucht je moedeloos: de uitzetter van de route heeft zelf nog nooit in een rolstoel gezeten. De kleine voorwieltjes bepalen het rijcomfort. Dat moet je weten, gevoeld hebben. En ten slotte maakt het heel wat uit of de stoel moet worden geduwd of dat hij een eigen aandrijving heeft. Is iemand wat beter ter eh... stoel, dan is een traject tussen de 5 en 7 kilometer goed te doen. De bomenwandeling in Amelisweerd –uitgezet door vrijwilligers van het Instituut voor natuureducatie (IVN)– heeft zo’n lengte. Startpunt is Landhuis Oud Amelisweerd in Bunnik. Je wandelt als het ware van boom tot boom. De beschrijving is helder, verdwalen onmogelijk.
We doorkruisen het landgoed, waar in de 13e eeuw ridder Amelis zich vestigde. De edelman was bij de pinken: het land lag in een bocht van de Kromme Rijn; vruchtbare grond en een strategische plek om tolgeld te heffen. In de 18e eeuw herschikt de volgende eigenaar –Gerard Godard Taets van Amerongen– het gebied in drie landgoederen met elk een landhuis: Oud Amelisweerd, Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen. Lodewijk Napoleon laat in het begin van de 19e eeuw zijn oog op Oud Amelisweerd vallen en wil daar zijn residentie vestigen. Uiteindelijk woont hij er acht dagen. De eik die in zijn dagen werd geplant, staat er nog en heeft inmiddels een stamomtrek van 4,20 meter.
De route leidt langs waterlopen, weidegrond en bos. Om de boogbruggetjes te passeren, is een begeleider een absolute vereiste. Typerend voor het Utrechtse landschap zijn de oude, scheefgegroeide knotwilgen, die er geen been in zien om met hun voeten in het water te staan. Intussen vertelt de begeleidende tekst over het verschil tussen knot- en schietwilgen, over tonderzwammen en de essentakziekte, over tamme kastanje en zoete kers. En verklaart de lichte geur van Robinia en de sterke knoflooklucht van daslook.
Je bent zomaar een paar uur onderweg; de vele bankjes in het park zijn daar mede debet aan. Het is lezen, kijken en genieten. Een heel gewone, toch bijzondere wandeling. Dat is waar de rolstoeler behoefte aan heeft.