Britse regeringspartij lijdt verliezen bij regionale verkiezingen
De Conservatieve partij van de Britse premier Boris Johnson heeft de controle verloren over traditionele bolwerken in Londen. Ook elders in Groot-Brittannië heeft de regeringspartij verliezen geleden tijdens de lokale verkiezingen die donderdag zijn gehouden, blijkt uit de eerste resultaten die vrijdag zijn bekendgemaakt. Kiezers lijken daarmee de regering te straffen voor een reeks schandalen.
In een aantal Londense wijken waar de Conservatieven sinds mensenheugenis de meerderheid in handen hadden, zijn ze die verloren. Daarmee tonen de Britten waarschijnlijk hun woede over de forse stijging in de kosten van het levensonderhoud en boetes die Johnson en naaste medewerkers opgelegd kregen vanwege het overtreden van de eigen coronaregels rond feestjes tijdens lockdowns, beter bekend als ‘partygate’.
„Dit is een waarschuwingsschot van conservatieve kiezers”, zegt Daniel Thomas, de Conservatieve leider van de raad van Barnet. Voorzitter Oliver Dowden van de regeringspartij spreekt van „moeilijke resultaten”. „Ik accepteer natuurlijk dat dit uitdagende tijden zijn en dat er een aantal moeilijke resultaten zijn geweest. Ik accepteer echter niet dat Labour het momentum heeft om de volgende regering te vormen”, aldus Dowden tegen Sky News.
De definitieve uitslag wordt later vrijdag verwacht en wordt gezien als een belangrijke momentopname van de publieke opinie sinds Johnson tijdens de algemene verkiezingen in 2019 de grootste meerderheid in dertig jaar binnensleepte voor de Conservatieve partij. Uit de eerste resultaten blijkt dat Johnsons partij 92 raadszetels heeft verloren. De belangrijkste oppositiepartij Labour wint 23 zetels, de Liberaal Democraten 42.