Verenigde Staten houden nationale biddag
Wettelijk is de president van de Verenigde Staten verplicht om tenminste een keer per jaar in een proclamatie het hele volk op te roepen zich te verenigen in gebed. Donderdag, tijdens de nationale biddag, hebben alle Amerikanen daarvoor een hele dag vrij.
”Verhef de Heere Die ons bevestigd heeft”, dat is het thema voor de nationale biddag van dit jaar. Kathy Branzell, voorzitter van het comité dat elk jaar de biddag voorbereidt, zegt in een toelichting: „Met dit thema willen we God eren omdat Hij elke dag voor ons land en ons volk zorgt. We weten dat we altijd tot Hem kunnen bidden, zeker in moeilijke tijden zoals we die nu beleven. Hij blijft zorgen. Dat staat vast.”
Het besluit om jaarlijks een nationale biddag te houden werd in 1952 genomen door president Harry S. Truman. Dat gebeurde tegen de achtergrond van de Korea-oorlog. „Het was een gevaarlijke tijd, net zoals we nu beleven”, zegt Branzell.
Ophef
Het idee om ieder jaar een nationale biddag te houden kwam oorspronkelijk bij de bekende evangelist Billy Graham vandaan. Hij zei in 1952: „Wat een geweldig en machtig idee zou het zijn om nu de leiders van ons land te zien knielen om in gebed te gaan voor de Almachtige God. Welk een opwinding zou dat in ons land geven. Wat zou dat in dit uur van gevaar de Amerikanen hernieuwde hoop en moed geven.”
Die gedachte werd opgepikt door Percy Priest, lid van het Huis van Afgevaardigden voor de staat Tennessee. In een gezamenlijke verklaring van beide kamers van het Congres werd gepleit voor het instellen van een nationale biddag „waarop het volk van de Verenigde Staten zich tot God kan wenden in gebed en meditatie.”
De wet die Truman op 17 april 1952 tekende, wees 4 juli –de onafhankelijkheidsdag– aan als dag van het gebed. Onder president Ronald Reagan werd in 1988 besloten de biddag voortaan op de eerste donderdag van mei te houden. Dat betekent dat deze dit jaar op 5 mei wordt gehouden.
Was de nationale biddag aanvankelijk een moment van afzondering waar vooral christenen invulling aan gaven, de laatste decennia doen ook aanhangers van andere godsdiensten mee.
Vorig jaar ontstond ophef over de proclamatie van president Joe Biden. Hij rekende in zijn biddagoproep af met de gedachte dat Amerika vooral een christelijk land is. In zijn proclamatie werd voor de eerste keer in de geschiedenis de naam van God gemist.
Rechtszaak
Behalve gebedssamenkomsten vinden er op die dag ook andere evenementen plaats. Gezinnen gaan er vaak op uit om in de natuur te picknicken.
Verschillende presidenten, zoals Reagan, vader en zoon Bush, hielden op de nationale biddag –soms– speciale gebedssamenkomsten in het Witte Huis. De Democratische presidenten Bill Clinton en Barack Obama deden dat niet. President Donald Trump en zijn vrouw Melania woonden die dag een bidstond in een kerk bij.
Tegen het houden van een nationale biddag bestaat ook verzet. In 2008 begon de Freedom From Religion Foundation (FFRF) daarom een rechtszaak. De bezwaren van de FFRF werden uiteindelijk in 2011 door de rechter verworpen.