OpinieWeerwoord

Twee minuten stilte niet vrijblijvend

Welke waarde hebben twee minuten stilte op 4 mei in een wereld vol oorlogsgeweld en oorlogsdreiging?

Ds. W. L. van der Staaij
4 May 2022 17:40
„Met in stilte gedenken gaan we de verplichting aan om te handelen in woord en daad.” Foto: Nationale Dodenherdenking 2021. beeld ANP, Remko de Waal
„Met in stilte gedenken gaan we de verplichting aan om te handelen in woord en daad.” Foto: Nationale Dodenherdenking 2021. beeld ANP, Remko de Waal

Op 4 mei is het om acht uur twee minuten stil in Nederland. Dan denken we terug aan de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. En daarbij aan alle Nederlanders die sinds 1945 stierven in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.

En hoe gaat dat met tradities? Ze worden bedacht en passen zich aan de tijd aan. Of ze verdwijnen – dat kan ook nog. Dat is echter nog steeds niet het geval met de traditie om op 4 mei twee minuten stil te zijn. Maar welke waarde heeft die korte stilte nu eigenlijk als we moeten constateren dat het, ondanks alle bloedige oorlogen in het verleden, ook in het heden niet lukt om als wereld in vrede te leven?

Allereerst blijft staan dat het gedenken of herdenken van grote Bijbelse betekenis is. Niet voor niets kennen we in het kerkelijk leven meerdere gedenkdagen. Dan is het gedenken niet slechts bedoeld om iets in alle stilte in herinnering te roepen, maar juist om er met hart én mond aandacht aan te schenken. Daarom kan ons gedenken ook niet beperkt blijven tot iets zwijgend overdenken. We lezen in Exodus 20:24 hoe God Mozes de opdracht gaf om voor Hem een altaar te maken en daarop brandoffers en dankoffers te offeren. En dan klinkt Zijn belofte: „Aan alle plaats waar Ik Mijns Naams gedachtenis stichten zal, zal Ik tot u komen en zal u zegenen.” Daarbij gaat het niet om een plaats waar we in alle stilte aan God denken, maar juist een plaats waar het volk Zijn Naam aanroept.

In het Nieuwe Testament lezen we hoe Christus bij de instelling van het avondmaal ook het bevel geeft om Zijn lijden en sterven te gedenken: „Dat is Mijn lichaam, hetwelk voor u gegeven wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.” Gedenken is ook hier veel meer dan zwijgend Zijn kruisoffer in herinnering roepen. Het is een zaak waar het hart, het hoofd, de mond en de handen volop bij betrokken zijn: in de overdenking, het zingen van de lofzang, het eten en drinken van brood en wijn en het wandelen in de vreze des Heeren.

In hun nieuwtestamentische brieven vermelden de apostelen regelmatig dat ze zowel in woord (gebed) als in daad (collecte) aan de gemeentes gedenken. Men vergeet elkaar niet.

Is er dan nooit sprake van een gedenken in stilte? Zeker wel. De lofzang kan in stilheid tot God zijn. En als Asaf in Psalm 77 Gods daden gedenkt, sluit dat het in stilte overdenken niet uit, maar in. Tegelijk blijft het daar niet bij: hij belooft God om van al Zijn daden te spreken.

Gedenken is daarmee meer dan iets zwijgend in herinnering roepen. Sterker: in stilte gedenken is niet iets vrijblijvends. Daarmee gaan we de verplichting aan om te handelen in woord en daad, zodat het voor iedereen zichtbaar is dat wat we overdachten in het dagelijkse leven gevolgen heeft.

Wat betekent dit concreet voor onze twee minuten stilte aan de vooravond van Bevrijdingsdag? Dat de 120 seconden stilte verworden tot een leeg ritueel als we alléén dán slechts even in herinnering proberen te roepen hoe afschuwelijk een oorlog is en welk gruwelijk leed die met zich meebrengt. Iets waar we deze Dodenherdenking misschien weer nadrukkelijker dan ooit bij worden bepaald vanwege de catastrofe in Oekraïne en de voortdurende dreiging van een wereldwijde escalatie.

Onze vrijheid is niet vanzelfsprekend. Ons gedenken niet vrijblijvend. We dienen in alles zelf te jagen naar de onderlinge vrede. De stilte moet worden gevolgd door ons spreken. Niet alleen door het eerste couplet van het Wilhelmus te zingen, maar juist ook door het zesde couplet te bidden: „Verlaat mij nimmermeer.” Want als God aan ons gedenkt in Zijn genade zal Hij niet zwijgen, maar spreken: „Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u.”

De auteur is predikant van de christelijke gereformeerde kerk te ’s-Gravenhage-Scheveningen. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer