Noord-Korea waarschuwt Japan over sancties
Noord–Korea zal elke economische sanctie van Japan tegen Pyongyang beschouwen als een „oorlogsverklaring". Dat zei een zegsman van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De waarschuwing houdt verband met het aanhoudend geschil tussen beide landen over de ontvoering van Japanse burgers door Noord–Korea. Tokio heeft al eerder in verband met deze kwestie de voedselhulp aan Noord–Korea gestaakt.
„Als sancties tegen de DPRK (Noord–Korea) worden ingesteld als gevolg van ultrarechtse krachten (in Japan) dan zullen we dat beschouwen als een oorlogsverklaring tegen ons land en prompt op de actie reageren met een effectieve fysieke methode", aldus de woordvoerder van het Noord–koreaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. In Japan gaan steeds meer stemmen op om economische sancties in te stellen tegen Pyongyang.
De Japanse regering reageerde gelaten op de opmerkingen uit Pyongyang. „We zien er niets in om op elk commentaar uit Noord–Korea te reageren", zei kabinetssecretaris Hiroyuki Hosada tijdens een persconferentie. Vanuit het kantoor van premier Junichiro Koizumi was te horen dat men afwacht „wat de ware intenties zijn" van Pyongyang. Het bewind daar heeft in het verleden herhaaldelijk gedreigd met oorlog in geval van sancties.
Noord–Koreaanse agenten hebben in de jaren zeventig en tachtig verscheidene burgers in Japan gekidnapt. De Japanners moesten helpen bij het culturele trainingsprogramma van Noord–Koreaanse spionnen. Het communistische regime bekende twee jaar geleden dertien ontvoeringen. Sindsdien mochten vijf ontvoerde Japanners terugkeren naar huis. De overige acht zijn gestorven of nooit in Noord–Korea aangekomen. Althans dat beweert Noord–Korea.
De Japanse regering wil ook nog opheldering over het lot van tien personen die volgens haar ook door Noord–Korea zijn ontvoerd. Dat land beweert dat acht van hen zijn gestorven en twee nooit in Noord–Korea zijn geweest. Het laatste incident hangt samen met èèn van deze tien, Megumi Yakota. De stoffelijke resten van deze vrouw zijn vorige maand aan een Japanse delegatie overgedragen. Uit DNA–onderzoek blijkt dat de resten niet van Yakota zijn. Dit leidde tot veel ongenoegen in Japan.
De secretaris–generaal van de regerende Liberale Partij zei woensdag opnieuw dat Noord–Korea op economisch terrein moet worden geboycot. Volgens Shinzo Abe „is het zinloos geworden om nog langer met Noord–Korea te blijven onderhandelen". Hij denkt dat het zeer autoritair geregeerde land de zaak probeert te verhullen. Uit opiniepeilingen blijkt een meerderheid van de Japanners een economische boycot te steunen. De regering in Noord–Korea is sterk afhankelijk van het geld dat Koreaanse burgers in Japan naar het land overmaken.
Ook dreigt Noord–Korea Japan ook niet meer te accepteren in het zeslandenoverleg over het Noord–Koreaanse nucleaire programma. In dit overleg proberen de Verenigde Staten, Rusland, Noord– en Zuid–Korea, China en Japan de regering in Pyongyang zo ver te krijgen dat ze haar atoomprogramma opgeeft. Washington vreest dat de Noord–Koreanen een kernwapen willen bouwen en wil dat zij stopt met nucleaire activiteiten. De laatste gespreksronde tussen de zes landen is al enkele keren uitgesteld.