Iemand die een bakkersopleiding in Limburg volgt, moet in België stage kunnen lopen en de studiepunten daarvoor kunnen gebruiken voor zijn eigen opleiding. Dat maakten minister Van der Hoeven van Onderwijs en eurocommissaris Figel (Onderwijs) dinsdagavond in Maastricht bekend. De ministers sloten met dat doel het zogenoemde Maastricht Communiqué.

Het is niet de bedoeling om opleidingen gelijk te schakelen, wel om de kwalificaties en diploma’s met elkaar te kunnen vergelijken. Op die manier kunnen werkgevers ook werknemers met een buitenlands diploma beter beoordelen. Bovendien kunnen studenten ook in andere landen deelopleidingen volgen, waardoor er een meerwaarde ontstaat voor het te behalen diploma.

Het communiqué stelt een aantal prioriteiten voor het vergelijkbaar maken van het beroepsonderwijs in de Europese landen. Maar daarvoor moeten nog heel wat hobbels worden genomen. Zo zijn de lidstaten er nog niet uit wie de kosten moet betalen van de Nederlandse student die in Hongarije wil doorleren.

Tegelijkertijd keurde het Europees Parlement dinsdag de invoering goed van de Europas. Die moet de mobiliteit op de arbeidsmarkt door heel Europa bevorderen. De Europas kent onder meer een Europese CV, een beschrijving van de taalkennis van de pashouder en beschrijft verder de opgedane arbeidservaring. Met zo’n Europas moet elke burger in elk Europees land aan de slag kunnen. In Nederland zijn net vier proefprojecten met een dergelijke pas op nationaal niveau afgerond. Zo hebben studenten in de metaalsector al een paspoort waarin al hun studiepunten en werkervaring staan opgesomd en dat wordt door werkgevers erkend.