Zorg over kwaliteit onderwijs voert boventoon in ”De Staat van het Onderwijs”
De jarenlange terugloop van taal-, reken- en burgerschapsvaardigheden moet eindelijk een halt worden toegeroepen. Dat is niet alleen broodnodig, maar ook haalbaar, constateert de onderwijsinspectie in haar jaarlijkse rapport.
Het onderwijs heeft zich de afgelopen twee jaar van zijn beste kant laten zien. Tegelijkertijd zet de teruggang in de basisvaardigheden van leerlingen onverminderd door. Dat zijn twee bevindingen uit het rapport ”De Staat van het Onderwijs 2022”. Inspecteur-generaal Alida Oppers overhandigde het lijvige onderzoeksverslag over de stand van zaken in het onderwijsveld woensdagmiddag aan de onderwijsministers Dijkgraaf en Wiersma.
Een van de belangrijkste conclusies: een renovatie van het onderwijsstelsel –waartoe de inspectie in het vorige rapport opriep– is nog niet van de grond gekomen. Corona speelde daarin een grote rol. Zo vroeg uitval van leerkrachten en leerlingen crisismanagement van scholen. „Het hoofd boven water houden bleek voor hen eerste prioriteit”, zegt Oppers in het voorwoord.
Mede daardoor is het volgens de inspecteur-generaal niet gelukt om het onderwijs zo te hervormen dat de terugloop van de basisvaardigheden kon worden gestopt. De prestaties van scholieren bij onder meer taal, rekenen en burgerschap bleven in 2021 dus onder de maat – net als een jaar eerder.
Maar daar is niet alles mee gezegd. De inspectie constateert namelijk ook dat veel scholen in coronatijd hebben laten zien dat ze crisisbestendig zijn. Daarnaast hebben de meeste leerlingen de leervertragingen die ontstonden door de diverse schoolsluitingen alweer deels ingelopen. Ook ziet de inspectie dat onderwijsinstellingen werk willen maken van burgerschapsonderwijs. Ze weten alleen niet goed hoe ze dat moeten doen.
Lerarentekort
Toch staat het fundament van het onderwijs onverminderd onder druk, concludeert de inspectie. Dat heeft te maken met meerdere factoren. Zo wijst de inspectie op het structurele lerarentekort. Dat probleem brengt allerlei ongewenste neveneffecten met zich mee. Zo neemt de werkdruk toe.
Daarnaast hebben leraren niet altijd de vaardigheden die nodig zijn om leerlingen goed onderwijs te geven. Zo zegt 91 procent van de basisscholen dat professionalisering van leerkrachten zou helpen om bijvoorbeeld het rekenonderwijs te verbeteren. De inspectie ziet het investeren in de capaciteiten van leerkrachten dan ook als een belangrijke opdracht.
Ommekeer
Een ommekeer in het onderwijs –waardoor de terugloop in de basisvaardigheden wordt gestopt–, is mogelijk, benadrukt de inspectie. Zo verwijst ze naar landen als Ierland en Zweden; daar lukte het scholen om een trend van dalende resultaten te keren. Dat is hoopvol, vindt Oppers.
Om op grote schaal een verbetering van de onderwijskwaliteit voor elkaar te krijgen, is meer samenwerking nodig tussen ministeries, raden, bonden en de inspectie. Die partijen moeten samen een stabiele, meerjarige aanpak vaststellen – met nadruk op de basisvaardigheden. Op die manier valt volgens de inspectie het tij te keren.