Brede oproep aan IMF voor extra steun aan armere landen
Armere landen die nog steeds worstelen met de coronapandemie en de economische effecten hiervan, hebben dringend extra financiële steun nodig. Dat vinden zestien maatschappelijke organisaties die er bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) op aandringen dat hiervoor 2,5 biljoen dollar, omgerekend ruim 2300 miljard euro, aan extra noodreserves wordt vrijgeven.
In een open brief wijzen de organisaties, waaronder Caritas Afrika, erop dat de problemen in veel armere landen de laatste tijd alleen maar zijn verergerd. Dat komt door de wereldwijd flink toegenomen energie- en voedselprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne.
Vorig jaar heeft het IMF de noodreserves van aangesloten landen al met 650 miljard dollar verhoogd. Volgens de organisaties heeft dit veel landen geholpen bij het kopen van vaccins en het beperken van de schade voor hun economieën. Maar er zou nog meer hulp nodig zijn. Dat komt onder meer omdat een groot deel van het geld van vorig jaar zou zijn gegaan naar rijkere landen die het helemaal niet nodig hadden.
Dat laatste argument maakt een nieuwe soortgelijke actie van het IMF ook meteen erg lastig. Als het IMF weer noodreserves zou inzetten, zouden alle IMF-leden daarvan profiteren, dus ook bijvoorbeeld Rusland, China en Iran. Andere landen zouden zich daar waarschijnlijk tegen verzetten. De Verenigde Staten hebben al aangegeven tot het uiterste te willen gaan om te verhinderen dat Rusland eerder toegezegde reserves van het IMF te gelde zou kunnen maken.