Weg naar klimaatdoel volgens experts nog maar ‘een smal paadje’
Het belangrijkste wereldwijde klimaatdoel dreigt uit zicht te raken, tenzij landen „onmiddellijk in actie komen” en meer ambitie tonen. Die boodschap staat centraal voor de Nederlandse klimaatexperts die meeschreven aan het nieuwste rapport van VN-klimaatpanel IPCC. De komende jaren zijn doorslaggevend om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5 graad, vat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hun visie samen.
„De weg naar het doel is een smal paadje geworden”, zegt PBL-onderzoeker Detlef van Vuuren. Klimaatonderzoeker Heleen de Coninck, hoogleraar aan de TU Eindhoven, wijst erop dat dit rapport voor het eerst ook „de mogelijkheden schetst om de ernstigste klimaatverandering nog te voorkomen”. Dan gaat het zowel om maatregelen die de politiek kan nemen als om gedragsverandering, innovatie en internationale samenwerking.
In het Klimaatakkoord van Parijs spraken wereldleiders eind 2015 af dat de opwarming van de aarde bij voorkeur beperkt moet blijven tot onder de 1,5 graden Celsius ten opzichte van de tijd voor de industrialisatie. Gemiddeld is de temperatuur op aarde al 1,1 graad gestegen. De afgelopen jaren nam de uitstoot die daaraan ten grondslag ligt verder toe. Die trend moet snel worden gekeerd: rond 2030 zou de uitstoot bijna moeten halveren. Rond 2050 zou de uitstoot van CO2 en andere gassen die warmte vasthouden netto nul moeten zijn.
Volgens de Nederlandse wetenschappers is het nog steeds mogelijk om de maatregelen die nodig zijn om het tij te keren „te versnellen en versterken”. Ze komen tot de conclusie dat een „verregaande transformatie” nodig is van diverse sectoren, van de energie-opwekking en de industrie tot het transport en de landbouw. De toezeggingen die landen tot nog toe hebben gedaan, zijn „volstrekt onvoldoende”.
Hoogleraar Gert-Jan Nabuurs van Wageningen University & Research droeg bij aan het hoofdstuk over landbouw, bosbouw en landgebruik. Hij benadrukt dat in die sectoren ongeveer 15 procent van de oplossing te vinden is. Bossen en veenlandschappen moeten bijvoorbeeld beter worden beschermd, de uitstoot van methaan en lachgas moet omlaag en er moet minder voedsel worden verspild. Door te bouwen met hout kan ook CO2-uitstoot worden vermeden. In hout is immers CO2 opgeslagen.
Ook Linda Steg van de Rijksuniversiteit Groningen en Kornelis Blok van de TU Delft schreven mee aan het IPCC-rapport, dat het sluitstuk vormt van een drieluik dat de stand van de klimaatwetenschap beschrijft.