Autotest: Suzuki S-Cross, voor als gewoon goed genoeg is
Moderne auto’s zitten vol met elektronische voorzieningen. Een dashboard is samengesteld uit digitale schermen en overal klinken goed bedoelde piepjes waarvan de gebruiker geen idee heeft wat ze proberen te zeggen. Hoe verrassend is dan de nieuwe Suzuki S-Cross, die je laat kennismaken met het oude vertrouwde.
Nieuw is overigens niet de juiste term. Suzuki heeft de bestaande S-Cross uit 2013, die tussendoor al eens werd opgefrist, een behoorlijk ingrijpende facelift meegegeven. Al het plaatwerk aan de buitenkant is opnieuw vormgegeven. Datzelfde geldt voor bumpers, grille en verlichting.
Motorisch is de 1 liter 3 cilinder met turbo komen te vervallen. De koper moet het doen met de 1,4 liter turbo, die overigens al beschikbaar was. Deze krachtbron levert met 129 pk en een koppel van 235 Nm goede prestaties. Suzuki combineert deze motor met een 48 voltsysteem, ook wel ”mild hybrid” genaamd. Hiermee wordt het gemiddelde brandstofverbruik beteugeld.
Veel nieuwe modellen hebben tegenwoordig standaard een automaat. Bij de S-Cross is dit nog een optie voor 1850 euro. Ook Allgrip-vierwielaandrijving behoort tot de mogelijkheden.
De Suzuki S-Cross weegt 1180 kg en dat is voor een auto van dit formaat relatief licht: gunstig voor verbruik en rijgedrag. Een echte no-nonsense auto waar –zeker in de complete Style-uitvoering– alles op en aan zit wat de particuliere automobilist verwacht. De auto biedt genoeg ruimte voor vier tot vijf personen mét bagage. En er zijn voldoende beker- en flessenhouders plus open en gesloten opbergvakken. Het interieur kent vooral zwarte materialen, hier en daar afgewisseld met metaalkleurige elementen. In grote lijnen bleven dashboard en inrichting gelijk. De gebruikte materialen ogen eenvoudig. Maar eenvoud siert nu eenmaal