Run op woonstudio’s uit de fabriek voor opvang vluchtelingen
De vraag naar snel te leveren prefabwoningen is door de komst van veel Oekraïense vluchtelingen erg groot. Marktleider Daiwa House Modular Europe is bijna door zijn voorraad heen. Ook zijn veel wooneenheden, in de volksmond bekend als wooncontainers, die nog uit de fabriek moeten rollen gereserveerd.
„Praktisch al onze voorraad en alles wat nog in onze pijplijn zit, is op dit moment ingezet”, zegt een woordvoerder van Daiwa House Modular Europe, voorheen bekend onder de naam Jan Snel. „Dat is voor ons wel heel bijzonder.” De kans bestaat dat het bedrijf gemeenten nee moet verkopen als ze nu om nieuwe wooneenheden vragen, geeft de zegsman aan.
Het in Montfoort gevestigde bouwbedrijf maakt wooneenheden in de fabriek. Die studio’s, ook populair onder studenten, kunnen vervolgens kant en klaar naar een locatie worden gebracht en vervolgens op elkaar worden gestapeld. Het woord wooncontainer gebruikt het bedrijf zelf overigens liever niet. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers is een zeer regelmatige klant van Daiwa House Modular Europe, maar de vraag naar de ‘modules’ is ook groot door de krapte op de woningmarkt.
Een aantal gemeenten laat oude kantoorgebouwen snel ombouwen om er Oekraïense vluchtelingen in op te kunnen vangen. Zo past BAM een voormalige GGD-kantoor in Tilburg aan zodat er 150 vluchtelingen in kunnen wonen. „In één week moet een kantoor omgebouwd worden. Daarvoor hebben we, in overleg met de opdrachtgevers, mensen vrij gemaakt die op andere projecten stonden”, laat BAM weten. Afgezien van het Tilburgse project loopt het bij het concern niet storm met meer opdrachten voor de opvang van vluchtelingen.
Bij bouwbedrijf Van den Bouwhuijsen was de verbouwing van een voormalig KPN-kantoor in Den Bosch ook een klus met veel spoed. Door medewerkers is avonden en in weekenden doorgewerkt om het jarenlang ongebruikte pand leefbaar te maken. Het bouwbedrijf deelde met brandwerende wanden grote kantoorruimtes op in kleinere kamers, verbouwde de kantine en liep de kranen en de liften nog eens na. Projectleider Maarten Crijns verwacht nog wel meer van dit soort klussen, maar waarschuwt dat het al erg druk is en het hij eigenlijk mensen te kort komt.
„Dat wordt wel een dingetje. Bij dit laatste project was het mogelijk mensen over te laten werken vanwege hun betrokkenheid”, zegt Crijns. „Normaal duurt zo’n project maanden, nu klaar je het binnen tweeënhalve week. Maar op de lange termijn is dit lastig vol te houden bij de huidige werkvoorraad. Dan zul je moeten opschalen.”