Column: buiten beeld
Opnieuw gaan die beelden de wereld over. Van rijen vrouwen en kinderen die vluchten. Die met een starende blik in hun ogen op een station staan te wachten.
Moeders die vol met verdriet zitten en tegelijk hun gezin bij elkaar moeten houden. Die voor eten moeten zorgen, moeten troosten, vooruit moeten zien. En al hun liefde geven zodat de kinderen nog wat vreugde hebben. En we zijn er allemaal van overtuigd: wat hebben deze gezinnen veel warmte en liefde nodig.
Wat je vaak niet ziet, is wat er onderling gebeurt. Dat ene bankje op het station dat beschikbaar wordt gesteld voor die vrouw die nog vermoeider is dan al de anderen. Of van dat kind dat bij opa en oma zit, die de moed hebben een lolletje te maken, ook al zou je dat in een schuilkelder niet verwachten. Of van die knul van veertien, die een heel groepje kinderen vermaakt, ook al spelen ze met elkaar dat ze bommenwerper zijn. Cruciale momenten voor kinderen in hun ontwikkeling. Is er nabijheid te midden van alles wat wegvalt? Is er ruimte om in hun spel alle ervaringen te verwerken?
Andere beelden gaan ook nooit de wereld over. Van die moeder in ons land die voor eten moet zorgen, moet troosten, terwijl vader de grote afwezige is, ook in het weekend. Of van die moeder die zelf nooit geliefd is en die het daarom zo moeilijk vindt om liefde te geven. Of van die baby in de wieg die al snel geleerd heeft dat huilen niet helpt. Want mama is lang niet altijd beschikbaar omdat haar hoofd te vol met zorgen zit. En papa ook niet, omdat hij overspoeld wordt door zorgen die door anderen zijn veroorzaakt. Als je je papa en mama niet kunt vertrouwen, hoeveel angst geeft de grote wereld je dan!
Heel wat van die gezinnen zijn inmiddels op mijn pad geweest. Ze wonen in elk dorp en in elke stad. Ze zitten in elke kerkelijke gemeente. Het contact met hen kan misschien wat stekelig of onhandig zijn. Maar wat hebben juist deze gezinnen veel warmte en liefde nodig. Zodat er daar kinderen kunnen opgroeien met een basis voor het leven.
Zouden dan ook daar die opa en oma zijn die zorgen voor een stukje vreugde? Of die buurjongen die de kleine kinderen van dat zorgengezin vermaakt met een bal of een vishengel. Of die vrouw uit de kerk, die een wandeling maakt met die moeder die in haar hoofd zo moe is. Want indien u dat aan een van die minsten doet, zo doet u dat aan Mij.