IHC Caland over 13 jaar weg uit Birma
Op „dringend verzoek” van de Nederlandse regering zal scheepsbouwer en offshorespecialist IHC Caland geen nieuwe opdrachten aannemen uit Myanmar, het vroegere Birma. Het huidige contract -dat nog dertien jaar loopt- wordt nageleefd.
Dat maakte IHC Caland-topman J. van Dooremalen maandag bekend bij de presentatie van de definitieve jaarcijfers van zijn concern. Vorige week donderdag spoot Milieudefensie nog 6000 liter bagger tegen de gevel van het hoofdkantoor van IHC Caland in Schiedam, uit protest tegen IHC’s aanwezigheid in Myanmar.
Een dag later viel het besluit af te zien van nieuwe activiteiten in het door een militaire junta geleide Myanmar. Een lopend contract zal echter worden nageleefd, aldus Van Dooremalen. „Dat is bindend. Daar zullen we niet voor weglopen.” IHC Caland werkt voor de kust van Myanmar samen met oliemaatschappij PremierOil.
De baggeractie van Milieudefensie heeft volgens Van Dooremalen niet de doorslag gegeven. „We waren al langer met de Nederlandse overheid in gesprek.” Afbreken van het lopende contract zou voor IHC Caland onaanvaardbaar hoge schadeclaims met zich meebrengen. „Nadat wij die situatie hebben uitgelegd, heeft de regering een dergelijk verzoek ook niet gedaan.”
Het Birma Centrum Nederland (BCN) vindt de geste van IHC Caland een dode mus. „Wat is dit voor onzin”, reageert een woordvoerder. „Er is maar één echt gebaar en dat is nu vertrekken uit Myanmar, en een eventuele financiële claim voor lief nemen. IHC Caland is willens en wetens in dit project gestapt en weigert nu de consequenties te aanvaarden. We zullen dan ook opnieuw de druk opvoeren en hopen daarbij op steun vanuit de Tweede Kamer.”
De nettowinst van de maritieme dienstverlener kwam vorig jaar uit op 80,6 miljoen euro, 7 procent meer dan in het jaar 2000. Voor dit jaar rekent IHC Caland op een winststijging van 20 procent, wat eerder dit jaar al bekend werd gemaakt. In het eerste kwartaal haalde het concern voor 900 miljoen euro aan orders binnen. Het gaat om twee langlopende lease- en exploitatiecontracten voor zogenoemde FPSO’s, drijvend platforms voor productie, opslag en overslag van olie.