De Hermitage in Amsterdam verbrak begin deze maand de banden met het gelijknamige Russische museum vanwege de oorlog in Oekraïne. Aangezien het museum aan de Amstel kunst toonde uit de Hermitage in Sint-Petersburg moest voortijdig een expositie over de Russische avant-garde sluiten.

Directeur Annabel Birnie is dankbaar voor de bijzondere bruikleen. „Dit was de helpende hand die we nodig hadden.” Ze roept andere musea op het voorbeeld van het Rijks te volgen.”Gezien de acute situatie die is ontstaan na de breuk met Rusland, vinden wij het vanzelfsprekend om ons collegamuseum te steunen”, zegt directeur Taco Dibbits van het Amsterdamse Rijksmuseum.

Het melkmeisje (circa 1660) is het eerste werk in de serie dat tot en met 15 mei is te zien. Later wordt bekend welke topstukken er volgen, aldus het museum, dat zich nu bezint op haar toekomst voor de lange termijn. Na de zomer volgt een nieuwe programmering.

De speciale tentoonstelling wordt donderdag officieel geopend in aanwezigheid van burgemeester Femke Halsema. Vanaf vrijdag kan het publiek er terecht. Volgens het museum wordt in de expositie stilgestaan bij onder meer de technische details, het iconische kleurgebruik van de meester, maar ook muziek en geur uit die tijd. Daarnaast vertelt de tentoonstelling over de kunstenaar en de historische achtergronden.

Het melkmeisje, een van de publiekslievelingen van het Rijksmuseum, werd voor het laatst uitgeleend in 2017 voor de tentoonstelling ‘Vermeer and the Masters of Genre Painting: Inspiration and Rivalry’ in het Ierse Dublin.

Eerder maakte de Museumvereniging al bekend dat diverse musea hulp hebben aangeboden aan de Hermitage, dat zich nu museumcomplex aan de Amstel noemt. Aangezien de Hermitage volledig op eigen inkomsten draaide, was financiering op korte termijn nodig.

Onlangs opende het Amsterdam Museum vanwege een verbouwing een tijdelijk onderkomen in het pand aan de Amstel. Naast de speciale vleugel is het Museum van de Geest, dat in hetzelfde pand is ondergebracht, open.