Taal: misdaden tegen de menselijkheid
Met enige regelmaat sturen mensen me een mail naar aanleiding van taalkundige bijzonderheden die ze in het Reformatorisch Dagblad tegenkomen. Soms gaat het om fouten. Twee weken geleden maakte iemand me attent op deze incorrecte zin: De oorlog raakt haar, niet in het minst omdat familieleden bange dagen slijten in schuilkelders.
De frase ”niet in het minst” betekent: helemaal niet. Het had natuurlijk moeten zijn: De oorlog raakt haar, niet het minst omdat familieleden bange dagen slijten in schuilkelders. Het nietige woordje ”in” veroorzaakte een wereld van betekenisverschil. ”Niet het minst” betekent namelijk: vooral. Vermoedelijk was hier sprake van een contaminatie, waarbij ”niet het minst” was besmet door ”niet in de laatste plaats”, een gezegde dat ook ”vooral” betekent.
Dezelfde lezer deelde ook zijn moeite met ”misdrijven tegen de menselijkheid”. Het is inderdaad opmerkelijk dat bijvoorbeeld het openbaar ministerie deze benaming gebruikt. Menselijkheid is een eigenschap, net als onbenulligheid, wijsheid, goedheid. En daar kun je volgens mij geen misdrijf tegen plegen – dat doe je doorgaans tegen een mens of een groep mensen. Als je iemand onvriendelijk bejegent, pleeg je toch geen misdrijf tegen de vriendelijkheid?
In België gebruiken ze: misdaden tegen de mensheid. Dat lijkt me logischer.
Tegelijk zegt mijn gevoel: misdrijven tegen de menselijkheid zijn zo verschrikkelijk, die hoeven in taalkundig opzicht ook niet per se te kloppen. Maar dat slaat natuurlijk nergens op.
Soms komen er ook mails over woorden of uitdrukkingen die je als christelijke krant beter niet kunt schrijven. ”Joost mag het weten” bijvoorbeeld, omdat Joost oorspronkelijk een benaming voor de duivel is. Het woord ”fataal” is ook dubieus. Het impliceert net als ”noodlottig” het bestaan van een noodlot, en dat conflicteert met het geloof in de voorzienigheid Gods.
Je zou je kunnen afvragen: hoever moet je gaan in het rekening houden met de herkomst van een term of gezegde? Je gebruikt woorden doorgaans vanwege hun actuele betekenis, niet vanwege hun herkomst.
En toch, als je weet hebt van de bedenkelijke herkomst van bepaalde woorden, kun je ze mijns inziens beter maar niet gebruiken. Omdat voorzichtigheid een deugd is. En om misdrijven tegen de fatsoenlijkheid te voorkomen.