ROTTERDAM (ANP) - Meer Rotterdamse burgers zijn negatief over de bejegening door de politie dan in 2017, zo komt naar voren uit onderzoek dat Bureau Beke deed in opdracht van de Rotterdamse driehoek (politiechef, hoofdofficier van justitie en burgemeester). Bijna een kwart van de ondervraagden (23 procent) heeft een negatief beeld over het politieoptreden, tegen 17 procent in de vorige meetperiode.

De ruim 1500 burgers, waarvan een derde op straat en de rest schriftelijk werd geïnterviewd, zijn overwegend positief (41 procent) of neutraal (37 procent) over bejegening door politie, In 2017 was dat respectievelijk 42 en 41 procent. Vooral jonge mannen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben een negatief oordeel. De respondenten die negatief oordeelden zijn daarna door de onderzoekers uitgebreider ondervraagd.

In het rapport stellen de onderzoekers dat een aantal omstandigheden bij het eerste onderzoek naar bejegening door de politie anders was dan tijdens het herhaalonderzoek. Daarbij wordt onder meer verwezen naar (media)aandacht voor demonstraties van de internationale beweging Black Lives Matters in de zomer van 2020 en naar een appgroep van Rotterdamse agenten waarin omstreden berichten werden gedeeld.

De onderzoekers adviseren de politie de aanpak van etnisch profileren en discriminatie nog beter te verankeren in de organisatie, in samenwerking met maatschappelijke organisaties. Ook bevelen ze aan om als politie met burgers in gesprek te blijven, zeker in wijken waar vaker wordt gecontroleerd.

In een brief aan de Rotterdamse gemeenteraad staat dat de aanbevelingen van Bureau Beke terugkomen in een programma voor de politie, waarin onder meer de aanpak van etnisch profileren en discriminatie een speerpunt is. De gemeente en politie zeggen de aanbevelingen te „omarmen”.