Corporatie voelt zich gepasseerd door gemeente
Gemeenten gaan er te vaak vanuit dat ontwikkelaars van goedkope huurwoningen automatisch aan sociale verhuur doen. Bouwopdrachten die voorheen naar woningcorporaties gingen, worden nu steeds vaker aan private partijen gegund, waardoor het aanbod aan sociale huurwoningen langzaam maar zeker dreigt te krimpen.
De stelt de branchevereniging voor woningcorporaties Aedes in een reactie op berichtgeving van Trouw zaterdag. De krant berekende dat veel gemeenten niet voldoen aan het kabinetsstreven om minstens 30 procent van alle woningen in de categorie sociale huur te laten vallen.
Volgens een woordvoerder van Aedes doen woningcorporaties veel meer dan alleen goedkope woningen opleveren, wat ze onderscheidt van private partijen zoals projectontwikkelaars of bouwbedrijven. Zo ijveren ze ervoor dat corporatiewoningen voor huurders met lagere inkomens op langere termijn betaalbaar blijven. Andere woningen kunnen na huurverhogingen uit de voorraad sociale huurwoningen worden geprijsd. Als de huur bij het afsluiten van een nieuw contract boven een bepaald bedrag uitkomt, in 2022 vastgesteld op 763,47 euro, geldt die woning niet meer als sociale huurwoning.
„Het komt voor dat gemeenten aan projectontwikkelaars een opdracht geven en erbij zeggen dat één derde uit goedkope woningen moet bestaan”, aldus de zegsman. „Maar een corporatie doet veel meer. We zorgen ervoor dat de wijk leefbaar blijft en verschillende urgente doelgroepen in aanmerking komen voor een woning. Waar andere verhuurders vaak vragen om een minimaal inkomen van huurders, letten corporaties op een maximaal inkomen.”
Aedes publiceerde eind vorig jaar een eigen onderzoek waaruit zou blijken dat woningcorporaties nog maar een klein aandeel hebben in de nieuwbouw. Tussen 2017 en 2020 ging het om 16 procent.