EU-regeringen sluiten compromis over aanpak energieprijzen
De EU-regeringen zijn het na onverwacht lange en volgens ingewijden soms heftige discussies eens geworden over een reeks maatregelen die de hoge energieprijzen moeten drukken. De 27 lidstaten gaan op vrijwillige basis gezamenlijk gas inkopen en ervoor zorgen dat de ondergrondse gasopslag voor de komende winter voor 80 procent is gevuld, hebben ze afgesproken.
De Europese Commissie komt eind mei met voorstellen over een mogelijke ontkoppeling van de gas- en elektriciteitsprijs, beloofde voorzitter Ursula von der Leyen na afloop van de EU-top in Brussel. „Het is tijd daarnaar te kijken.” Ook zullen de gevolgen van een mogelijke invoering van een maximumprijs op gas worden onderzocht.
Nederland en Duitsland zijn vooralsnog tegen een prijsplafond voor gas, maar een aantal zuidelijke landen wil dat, tegen de bestaande regels van een vrije interne energiemarkt, toepassen om de energierekeningen voor hun burgers en bedrijven te drukken. Von der Leyen zei dat Spanje en Portugal bij hoge uitzondering aan de commissie toestemming kunnen vragen om maatregelen te nemen die leiden tot prijsverlagingen.
Zulke maatregelen kunnen de gemeenschappelijke Europese energiemarkt verder doen verbrokkelen, beaamt Rutte. Daarom moeten ze tijdelijk zijn, onderstreept hij. Bovendien zijn Spanje en Portugal een bijzonder geval. Ze zijn slecht verbonden met de rest van de Europese markt. De ruimte die ze nu krijgen voor ingrijpen in de markt vindt hij „verstandig, uiteraard tijdelijk en gegeven ook de unieke situatie waar we ons in bevinden”.
De Italiaanse premier Mario Draghi zei dat de regeringen het dagelijks EU-bestuur hebben gevraagd om alle opties met alle partijen te bespreken om de door de Russische invasie in Oekraïne op hol geslagen energieprijzen tot bedaren te brengen. „De commissie zal gaan praten met alle betrokkenen, de grote olie- en elektriciteitsmaatschappijen en de distributeurs” om tot oplossingen te komen.
Dat gesprek moet uitwijzen of Nederland en zijn medestanders gelijk hebben of landen als Italië en Spanje, zegt Rutte. Die eerste vrezen nadelige gevolgen van prijslimieten. Energiebedrijven zouden dan geen brood meer zien in sommige leveranties, of overheden zouden er veel geld bij moeten doen. Met name Zuid-Europese landen zijn daarvoor minder beducht en zeggen: „daar kun je best verder in gaan”. Het is de bedoeling om het zo vervolgens alsnog eens te worden, aldus Rutte.