Somalië was jarenlang het toneel van totale anarchie. Bij gebrek aan een centrale regering maakten krijgsheren sinds de val van dictator Mohamed Siad Barre in 1991, de dienst uit in het land in de Hoorn van Afrika. Pas sinds de afgelopen nazomer heeft het land weer een volksvertegenwoordiging. Die koos in oktober de krijgsheer Abdullah Yusuf Ahmed als president. Op zijn beurt benoemde die begin november Gedi tot premier, een keuze die het parlement nooit heeft goedgekeurd.

Toch werd het kabinet van Gedi, dat bestaat uit 34 ministers en 54 onderministers en staatssecretarissen, op 1 december ingezworen. De motie van wantrouwen is een reactie op deze eenzijdige beslissing van de president, die volgens diplomaten strijdig is met de voorlopige grondwet.

De entourage van Yusuf heeft de motie van het parlement veroordeeld. Diens woordvoerder noemde hem een bedreiging voor de inspanningen die het in chaos verkerende land stabiliteit moeten brengen. Het Somalische parlement vergadert overigens in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. De situatie in de eigen hoofdstad Mogadishu wordt nog altijd als te onveilig gezien.