Rechtbank doet uitspraak in zaak Nigeriaanse weduwen tegen Shell
Is Shell medeplichtig aan de dood van negen Nigeriaanse activisten, die in 1995 werden opgehangen? De rechtbank in Den Haag velt woensdag een oordeel over die vraag in een civiele zaak die is aangespannen door vier Nigeriaanse weduwen. Zij beschuldigen Shell van het omkopen van getuigen, zodat die belastende verklaringen zouden afleggen tegen hun echtgenoten. Die speelden een leidende rol in protesten tegen olievervuiling in de Nigerdelta.
De activisten, die bekendstaan als de Ogoni Negen, werden geëxecuteerd door de Nigeriaanse overheid. Ze waren ter dood veroordeeld nadat ze de schuld hadden gekregen van de moord op vier lokale leiders, die door hun tegenstanders werden gezien als handlangers van de olie-industrie en het toenmalige regime. Internationaal werd de rechtszaak als schijnproces beschouwd.
Esther Kiobel en de drie andere weduwen zijn sindsdien op zoek naar gerechtigheid. Ze eisen excuses en een schadevergoeding. De vrouwen beschuldigen Shell ervan dat het de Nigeriaanse regering aanmoedigde om de protesten tegen olievervuiling de kop in te drukken. Tijdens de behandeling van de rechtszaak verklaarden twee Nigerianen dat ze in opdracht van het olie- en gasbedrijf geld ontvingen om valse verklaringen tegen de activisten af te leggen. Namen van Shell-medewerkers konden ze echter niet noemen.
Shell wijst alle beschuldigingen van de hand en stelt dat er „geen gronden zijn voor de aantijgingen”. De advocaten van Shell voerden aan dat de top van het bedrijf destijds nog om clementie vroeg bij de toenmalige dictator, Sani Abacha, maar dat mocht niet baten. Eerder probeerde het olie- en gasbedrijf de hele zaak tegen te houden omdat die verjaard zou zijn, maar de rechtbank ging daar niet in mee.