Wall Street lager na opmerkingen Fed-voorzitter Powell
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag met verliezen de handel uitgegaan. Beleggers op Wall Street verwerkten opmerkingen van voorzitter Jerome Powell van de Federal Reserve over de hoge inflatie en sterkere renteverhogingen. Daarnaast ging vliegtuigfabrikant Boeing onderuit door het nieuws over het neerstorten van een Boeing 737 in China.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,6 procent in het rood op 34.552,99 punten. De brede S&P 500 zakte een fractie tot 4461,18 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq verloor 0,4 procent tot 13.838,46 punten. Vorige week kenden de Amerikaanse hoofdgraadmeters nog de beste week sinds november 2020.
Powell verklaarde op een zakelijke conferentie dat de Fed de rente nog agressiever kan gaan verhogen om de hoge inflatie tegen te gaan. Vorige week kwam de Amerikaanse centrale bank al met de eerste renteverhoging sinds 2018 vanwege de stijgende inflatie.
Boeing ging 3,6 procent omlaag. Een Boeing 737-800 van China Eastern Airlines is maandag neergestort in het zuiden van China. Volgens de luchtvaartautoriteiten waren er 123 passagiers en negen bemanningsleden aan boord en heeft niemand de crash overleefd.
Alleghany dikte 25 procent aan. Berkshire Hathaway, het investeringsbedrijf van miljardair Warren Buffett, koopt de onderneming die onder meer een verzekeraar en een speelgoedmaker omvat voor 11,6 miljard dollar in contanten. Anaplan werd haast 28 procent meer waard. Het softwarebedrijf wordt voor 10,7 miljard dollar opgekocht door de private investeringsmaatschappij Thoma Bravo.
Nielsen Holdings zakte 7 procent. Het marktonderzoeksbureau heeft een overnamebod van zo’n 9,1 miljard dollar van een groep private investeerders afgewezen. Het bedrijf dat vooral bekend is van zijn kijk- en luisteronderzoeken, vindt het bod te laag.
Apple won 0,9 procent, ondanks een flinke storing bij verschillende diensten van het techbedrijf.
De olieprijzen zaten behoorlijk in de lift na berichten dat de Europese Unie een verbod op de import van Russische olie zou overwegen. Een vat Amerikaanse olie kostte 7,2 procent meer op 112,20 dollar en Brentolie werd 7,6 procent duurder op 116,12 dollar per vat. Oliefondsen als ExxonMobil en ConocoPhillips gingen tot 4,5 procent vooruit.
De euro was 1,1013 dollar waard, tegen 1,1104 dollar bij het slot van de beurshandel in Europa.