FACTCHECK: Huizenprijzen Utrecht in vier jaar verdubbeld
Tijdens Het Grote Lijsttrekkersdebat maandag in TivoliVredenburg zei lijsttrekker Maarten Koning van D66 Utrecht dat zijn partij in de afgelopen vier jaar heeft gezien „dat de huizenprijzen in deze stad zijn verdubbeld.” Uit onderzoek van ANP, Pointer en Nieuwscheckers blijkt dat de prijzen van woningen in Utrecht inderdaad behoorlijk zijn gestegen de afgelopen jaren, maar dat van verdubbeling geen sprake is.
Koning houdt tijdens het debat een pleidooi voor woningbouw in Rijnenburg, een poldergebied ten zuidwesten van de stad. Om de woningnood in Utrecht op te lossen is het volgens hem noodzakelijk om in het zuiden van de polder 25.000 tot 40.000 woningen te bouwen. Op Twitter onderstreept de partij kort na afloop van het debat het belang van bouwen nog eens, met daarbij dezelfde vergelijking die Koning maakte: „Terwijl de woningprijzen in vier jaar verdubbelen, kiest @GroenLinks030 voor wetlands in de lege polder Rijnenburg.”
Het CBS geeft ieder jaar in samenwerking met het Kadaster de prijsontwikkeling weer van de voorraad bestaande koopwoningen. Hierbij wordt de gemiddelde transactieprijs gehanteerd, ook wel koopsom genoemd: het gemiddelde van de transactieprijzen van alle verkochte, bestaande koopwoningen in een jaar. De woningen die het CBS meeneemt in de cijfers moeten op Nederlandse grond staan en verkocht zijn aan een particulier. In 2018 kostte een huis in Utrecht dat aan deze voorwaarden voldoet 344.015 euro. In 2021 was de gemiddelde transactieprijs gestegen naar 496.949. Een aanzienlijke stijging van zo’n 44 procent, maar geen verdubbeling.
D66 zegt zich voor de uitspraak te hebben gebaseerd op de cijfers van hypotheekadviseur De Hypotheker. Uit deze cijfers blijkt dat woningzoekers voor een eengezinswoning in Utrecht in het derde kwartaal van 2021 609.943 euro moesten neertellen: een prijsstijging van zo’n 77 procent ten opzichte van 2018. Nog steeds geen verdubbeling, maar wel een beduidend hogere procentuele stijging dan blijkt uit de cijfers van het CBS. Het betreft hier echter een momentopname: na dit meetpunt daalden de prijzen weer. Bovendien zijn appartementen in deze berekening niet meegenomen, terwijl dat evengoed woningen zijn.
Lijsttrekker Maarten Koning geeft toe dat hij de stijging van de Utrechtse huizenprijzen enigszins heeft overdreven in het debat: „We concluderen dat de huizenprijzen inderdaad niet helemaal verdubbeld zijn in vier jaar tijd, maar wel flink zijn gestegen. Daar komt nog bij dat de schaarste is toegenomen en dat de trend is dat er veel vaker dan voorheen wordt overboden.”
Dit is een factcheck in het kader van een samenwerkingsproject tussen ANP, Pointer en Nieuwscheckers.
Dit project heeft als doel om in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen uitspraken en beweringen te toetsen op feitelijke juistheid.