Russen in Nederland bedreigd en geïntimideerd
Een deel van de Russen in Nederland wordt bedreigd. Sommigen zijn ondergedoken.
Premier Rutte benadrukte het dinsdag nog maar eens: „Wij zijn in strijd met Poetin en zijn regering. Wij zijn niet in strijd met Russen en al helemaal niet met Russen in Nederland.”
De minister-president maakt zich zorgen over geweld tegen Russen in Nederland. „Die individuele Russen kunnen niks doen aan wat er op dit moment gebeurt vanuit Moskou”, stelde de minister-president.
Van de Rusland & Oost-Europa Academie in Arnhem is er geen Russische docent die wil praten over zijn ervaringen. Vooral de leraren die „de Russische regering begrijpen”, hebben het nu moeilijk, vertelt oprichter, eigenaar en docent Marie-Thérèse ter Haar, die benadrukt dat ze de invasie afkeurt. „Die docenten zitten in het nauw, ze zijn vreselijk bang. Een van hen is bespuugd en van een ander is zijn huis beklad. Sommigen zijn ondergedoken. De academie krijgt dreigtelefoontjes.”
Ter Haar is bezorgd over de anti-Russische sentimenten die zij in de samenleving ziet ontstaan. „Ik denk bijvoorbeeld aan de Hermitage in Amsterdam die de banden verbreekt met het museum in Sint-Petersburg. Ik durf niet te voorspellen waar deze ontwikkelingen stoppen.”
Beklad
De Russisch-orthodoxe kerk in Nijmegen is in een week tot twee keer toe beklad. Priester Sergi Merks (75) trekt zich er weinig van aan. „De vermoedelijke daders waren twee verwarde mensen. Ik denk niet dat dit in de toekomst veel vaker gaat gebeuren.” Er is immers geen reden om de kerk te bekladden, vindt Merks, zelf Nederlander. „We zijn op geen enkele manier verbonden met het beleid vanuit het Kremlin.”
De kerk, met zowel Russische als Oekraïense leden, neemt geen politiek standpunt in, zegt Merks. „Ook discussiëren onze kerkbezoekers niet over de oorlog. Ze steunen elkaar.” Na afloop van de dienst op 27 februari was er een moment waarin gesneuvelde soldaten werden herdacht. „Van beide kanten”, laat Merks weten. „Die Russische jongens zitten ook niet op oorlog te wachten.”
De priester consumeert de laatste dagen minder nieuws. „Er is veel nepinformatie. Denk maar aan het verhaal over de dertien grenswachten op Slangeneiland. Er werd gezegd dat die waren omgebracht, terwijl ze een paar dagen later weer opdoken.” Merks blijft op andere manieren op de hoogte van de actualiteit. „Mijn vrouw komt uit Oekraïne. Haar zus woont vlak bij Kiev en zit daar nog steeds. Flats in haar directe omgeving werden beschoten en zijn zwaar beschadigd. Dat is echt zorgelijk.”
Het Reformatorisch Dagblad heeft diverse Russen in Nederland gevraagd om hun verhaal te doen, maar geen van hen wil meewerken. Zo ook de eigenaar van de Russische winkel Moskva in Hilversum. Omdat ze klanten uit allerlei landen heeft, maar ook omdat ze dreig- en haattelefoontjes krijgt. „Ik zal maar niet herhalen wat mensen soms zeggen, want dat is afschuwelijk.” Heel veel meer wil ze er niet over kwijt. „Oorlog is altijd slecht.”