Opinie

Gebedsgenezing niet onbijbels

Al een maandlang stroomt de hervormde kerk van Stolwijk avond aan avond vol met mensen die voor de Nigeriaanse evangelist en gebedsgenezer Victor Emenike komen. In de krant van 4 december stond een artikel over de diensten. Een aantal leden van de hervormde gemeente Stolwijk

9 December 2004 10:48Gewijzigd op 14 November 2020 01:58
Victor Emenike, de Nigeriaanse evangelist die overal ter wereld genezingscampagnes houdt, is al een maand lang te gast in de confessioneel hervormde gemeente in Stolwijk. „Calvijn heeft gebedsgenezing na Pinksteren afgewezen.” Foto Bram Gebuys
Victor Emenike, de Nigeriaanse evangelist die overal ter wereld genezingscampagnes houdt, is al een maand lang te gast in de confessioneel hervormde gemeente in Stolwijk. „Calvijn heeft gebedsgenezing na Pinksteren afgewezen.” Foto Bram Gebuys

(wijk 2) denkt genuanceerd. De belangrijkste vraag is of dit alles van God is. Kan zoiets ook in onze tijd nog gebeuren? Deze vraag is belangrijk. Want als het Gods werk is, is dat reden tot grote vreugde. Maar als het van de duivel is, dan moeten we er ernstig tegen waarschuwen.

Met die vragen zaten wij, als leden van de gereformeerdebonds-wijkgemeente van Stolwijk. We zijn opgevoed met de gedachte dat dergelijke wonderen eigenlijk alleen in de tijd kort na Pinksteren plaatsvonden. En in deze tijd misschien nog in landen waar christenvervolging is of op het zendingsveld. Maar hier, in ons eigen dorp? In ons eigen kerkgebouw? Daar moesten wij de Bijbel op na lezen.

Gave van genezing ook nu? Het eerste dat opvalt is dat niet alleen de twaalf apostelen de gave der gezondmaking van de Heere Jezus kregen. Er waren er nog zeventig (Lukas 10:1, 9, 17) die zieken mochten genezen. Jezus Zelf noemde de genezing met handoplegging een van de tekenen die de gelovigen zouden volgen (Markus 16:18). Ook Paulus had deze gave (bijvoorbeeld Handelingen 14:10). Hij schrijft vervolgens in 1 Korinthe 12 dat deze gave bij de gemeente hoort, maar niet aan iedere christen in gelijke mate gegeven is (vers 28, 30).

Jacobus beveelt aan om bij ziekte de ouderlingen te roepen om gebed en zalving. „En het gebed des geloofs zal de zieke behouden en de Heere zal hem oprichten.”

Er valt in deze gedeelten niets te lezen over een tijdgebonden gave. Waar komt die gedachte dan vandaan? Onder andere van Calvijn. Hij meende dat ziekenzalving uit de tijd was en dat „ons de bediening van die krachten niet toevertrouwd is” (R. Doornebal in Actueel, uitgave van het Evangelisch Werkverband in de PKN). Calvijn gaat daarbij echter niet in op de genoemde teksten. Dat zijn we bij hem juist heel anders gewend!

Het is daarom niet verwonderlijk dat in steeds meer gemeenten aandacht en ruimte komt voor bijbelse ziekenzalving en gebed om genezing als „een wezenlijk onderdeel van de gemeente van Jezus Christus” (ds. G. H. Abma in RD 27-11-2004).

Angst
Wij merken dat er een diepgewortelde angst bestaat om misleid te worden. En terecht. Jezus Zelf waarschuwt daarvoor (Matthéüs 7:22). Er zullen mensen zijn die in Zijn naam zullen profeteren, duivelen uitwerpen en vele krachten doen, maar Hem niet kennen. Een huiveringwekkende gedachte. Het leert ons echter drie dingen.

Ten eerste, de naam van Jezus heeft onvoorstelbare kracht! Zozeer zelfs dat ook het misbruik wonderen bewerkt. Ten tweede, als er wonderlijke dingen gebeuren is dat op zich niet het bewijs dat dit van God is. Het kan ook met misbruik van Zijn Naam gebeuren. Ten derde, Jezus zegt niet dat we daarom dit gebruik maar achterwege moeten laten. Hij zegt wel: „Aan de vruchten zal men de boom kennen.”

Wij concluderen dat de Bijbel geen aanleiding geeft om de gave der genezing te beperken tot vroeger tijden. In de kerkgeschiedenis is dit door bepaalde omstandigheden zo gesteld, maar niet direct bijbels gefundeerd. Wel is het mogelijk dat deze gave op demonische wijze misbruikt wordt. Daarom zullen we de vruchten erbij moeten nemen, zoals de levenswandel en de prediking.

Prediking
Het is juist daarom dat wij vele avonden de diensten hebben bijgewoond. Want als God werkt, dan willen wij daar bij zijn! Maar als het niet uit Hem is, moeten wij het ook weten, om er afstand van te nemen. Hier geldt: beproeft de geesten of zij uit God zijn (1 Johannes 4:1-3). Met een vooringenomen standpunt afstand bewaren is niet in overeenstemming met deze bijbelse opdracht.

Wij hebben ervaren dat de cruciale elementen van het christelijk geloof zeer nadrukkelijk in de prediking aanwezig zijn. De Heere Jezus Christus wordt beleden en aangewezen als de enige Weg tot behoud en als de Zoon van God Die in de wereld gezonden is (1 Johannes 5:11). Zonder geloof in Christus zijn wij verloren. Er is veel aandacht voor het belijden van de zonden en het vragen van vergeving. De duivel wordt aangewezen als een realiteit die ons van God wil afhouden. En de noodzaak van de leiding van de Heilige Geest wordt onderstreept.

Door gesprekken met de voorgangers en het verlenen van onderdak hebben wij gezien dat zij leven met God. In de diensten wordt niet pastor Emenike vereerd, gaat het niet alleen om genezing, maar staat de Heere centraal, „Die al onze ongerechtigheid vergeeft, Die al onze ziekten geneest” (Psalm 103:3). Hij vergeeft én geneest.

Wij zien vrucht op deze verkondiging. Mensen in de gemeente komen tot geloof. Anderen worden in hun geloof versterkt. Velen getuigen van de grote kracht van God. Dit is niet de uitwerking waar de duivel op zit te wachten!

Buiten het paradijs
Zijn er dan helemaal geen vragen meer? Zeker wel. De benadering van de pastors Emenike is erg absoluut. „God wil dat alle gelovigen gezond zijn.” Bij Hem is niets onmogelijk. Dat laatste vallen wij van ganser harte bij. We zijn zelf getuige geweest van de genezingen.

Maar het is ook een feit dat niet iedereen voor wie gebeden wordt, geneest. Is dat dan direct een gebrek aan geloof? Of kan het zijn dat het Gods tijd nog niet is, of dat God hierin een andere weg met je gaat? Het ”Uw wil geschiede” dreigt in hun bediening een bevel aan God te worden.

En wat te denken van lichamelijke of verstandelijke handicaps en ouderdomsverschijnselen? We leven buiten het paradijs. De schepping zucht vanwege onze zonden en ook wijzelf zuchten in onszelf verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam (Romeinen 8:23). Paulus bad drie keer tot God om de doorn in zijn vlees weg te nemen, maar werd niet verhoord (2 Korinthe 12:7). Ook daar moet in prediking en pastoraat aandacht voor zijn.

In de diensten komen mensen van heinde en ver. Zij kennen de voorgangers niet persoonlijk. In de nazorg kan daarom een probleem ontstaan als mensen met vragen naar hun eigen predikant gaan. Maar: als deze gave bijbels in de gemeenten zou functioneren, was dit probleem er niet. Daarom is brede bezinning in de kerken nodig.

Traditie
We hebben allemaal onze eigen kerkelijke traditie. En dat mag. Maar het kan ook het zicht op anderen in het lichaam van Christus belemmeren. Of ze nu van ver komen of van dichtbij. Is er het verlangen om één te zijn in Christus? Dan moeten we Zijn Woord centraal stellen, niet onze traditie. Staan we daarvoor open? Misschien moeten wij soms onze inzichten bijstellen, maar als we God daardoor meer mogen leren kennen zoals Hij is, is dat dan geen goede ruil?

De auteurs -Wim en Karin Anker, Martin en Anne Marie Belder, Arie Bogaard, Gerben en Marina Ekelmans, Herman en Gerlien Stomphorst, Marinus de Vries- zijn leden van de hervormde gemeente Stolwijk (wijk 2).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer