„Er is steeds meer maatschappelijke overeenstemming dat het ophokken en doden van pluimvee, gekoppeld aan de serieuze bedreiging van de volksgezondheid een halt moet worden toegeroepen”, aldus de Dierenbescherming, die ook vindt dat pluimveehouders geweerd zouden moeten worden uit gebieden waar veel watervogels leven.

De dierenwelzijnsorganisatie stelt ook dat bedrijven in bepaalde regio’s te veel dieren in hun stallen houden. „Een 1,5 meter-samenleving voor kippen is niet wat we willen, ook de kip niet, maar met (te) veel soortgenoten in een stal op steenworp afstand van volgende stallen is het vragen om problemen.”

Volgens de organisatie zijn in Nederland deze winter zeker 1,5 miljoen kippen, eenden en kalkoenen geruimd vanwege vogelgriep. In meerdere gevallen werd daartoe besloten omdat er sprake was van besmetting met een gevaarlijke (hoogpathogene) variant.

Het ministerie van Landbouw zei onlangs dat vogelgriep een structureel probleem lijkt te zijn geworden. De ziekte komt gedurende het hele jaar voor in Nederland, waarmee het een „permanente bedreiging vormt voor de pluimveehouderij”. Voor oplossingen voor de langere termijn worden daarom gesprekken gevoerd met de sector, aldus het ministerie.