Bij voorbaat uitsluiten
Kunnen christelijke partijen samenwerken met Forum voor Democratie en de PVV? Weinig christelijke politici zullen daadwerkelijk voor deze keuze gesteld worden, ook niet na de komende verkiezingen. Maar dat maakt de kwestie niet minder wezenlijk.
Met ”samenwerken” wordt doorgaans bedoeld dat de partijen in kwestie samen optrekken in coalitieverband: landelijk in een kabinet, lokaal in een college. De discussie over samenwerking met Forum en PVV laaide vorige week opnieuw op, toen Jesse Klaver en Sigrid Kaag een oproep aan andere partijen deden om niet met hen samen te werken. Daarmee trokken de partijleiders van GroenLinks en D66 een democratische grens.
Het bij voorbaat uitsluiten van samenwerking klinkt veel mensen niet zo sympathiek in de oren. Je sluit dan partijen uit omdat zij weer anderen uitsluiten. Dat heeft voor velen iets paradoxaals, en bovendien, zo beargumenteert men, moeten juist christelijke politici een open en onbevooroordeelde houding aannemen. Lokale politici zijn mogelijkerwijs niet zo radicaal als de landelijke kopstukken. Bovendien speelt ideologie op lokaal niveau een minder grote rol. Je zou zelfs kunnen aanvoeren dat het uitsluiten van Forum en PVV bijdraagt aan de verdere maatschappelijke isolering van hun aanhangers.
De vraag is natuurlijk wat bedoeld wordt met ”bij voorbaat uitsluiten”. ”Bij voorbaat” suggereert een schone lei. Alsof het verleden zijn schaduw niet vooruitwerpt en de tijd heeft stilgestaan tussen de vorige en de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Aan eenieder die meent dat lokalo’s heus niet zo radicaal in de wedstrijd zitten als Baudet en Wilders, zou ik de volgende vraag willen stellen: Waarom hebben zij zich in de afgelopen jaren niet elders aangesloten? Waarom hebben ze geen lokale partij opgericht waar de ”teleurgestelde kiezer” politiek onderdak kan vinden? Waarom hebben ze de politieke erfenis en landelijke bekendheid van Thierry en Geert nodig om lokale kiezers naar de stembus te krijgen? Wat in hen spreekt hun aan, wat ze dan missen bij zogenoemde ”fatsoenlijk-rechtse” alternatieven?
Wie meent dat de soep lokaal niet zo heet gegeten wordt als die in Den Haag wordt opgediend, vergist zich. Thema’s waar met name Baudet op geradicaliseerd is, zijn bij uitstek een zaak van lokale uitvoering. Lokale politici zijn dragers van dezelfde standpunten als hun extremistische leiders in Den Haag. Als je hen daar niet voor verantwoordelijk kunt houden, neem je hen ook niet serieus genoeg om er samen een college mee te vormen.
De denkfout die velen maken, is dat democratie niet meer is dan een methode om tot besluitvorming te komen. In zo’n minimale definitie van democratie hebben verkiezingen vooral een procedurele rol: het integreren van individuele voorkeuren in centrale besluitvorming. Vandaar ook de woede als er maatregelen genomen worden die niet (aantoonbaar) door een meerderheid van de bevolking gesteund worden (”nepparlement!”).
Democratie heeft behalve een ”aggregatieve” echter ook een ”deliberatieve” functie. De politieke voorkeuren van burgers zijn geen op zichzelf staand gegeven, maar worden gevormd in dialoog met andere burgers. Of je met anderen kunt samenwerken, wordt niet alleen bepaald door de ervaren afstand op basis van inhoudelijke standpunten. Op veel punten kan immers een compromis gevonden worden. Een eerste voorwaarde voor politieke samenwerking is dat de democratische rechtsorde als gezamenlijk uitgangspunt genomen wordt. Denkers uit zowel de liberale als de conservatieve traditie hebben de democratie altijd eerst als samenlevingsvorm en daarna pas als besluitvormingsmodel gezien. In een democratie komt het er dus op aan hoe politieke conflicten beslecht worden.
Een democratische rechtsorde functioneert alleen als de veiligheid van kiezers en gekozenen gegarandeerd kan worden. Dat is onmogelijk als er opgeroepen wordt tot tribunalen of als de aanhangers van een bepaalde geloofsovertuiging voortdurend belasterd worden. Als de leider van een partij ten diepste niet gelooft in de rechtsorde waarbinnen hij opereert, kun je er met goed fatsoen je lot niet aan verbinden. Doe je dat wel, dan draag je actief bij aan betonrot in de democratie.
De auteur is politicoloog.