Die verwachting sprak topman Hein Schumacher dinsdag uit bij de presentatie van de jaarcijfers over 2021.

Hogere consumentenprijzen zijn volgens het zuivelconcern, dat in Nederland onder meer merken als Campina, Mona, Chocomel en Fristi op de markt brengt, nodig vanwege gestegen grondstofkosten. Het bedrijf wil de melkprijs voor de 11.000 aangesloten veehouders op peil houden en verwijst ook naar de hoge inflatie van dit moment.

De jaarcijfers over 2021 zijn al een stuk beter dan in het eerste coronajaar. De netto-omzet steeg met 3,2 procent naar 11,5 miljard euro. De netto-winst bedroeg 172 miljoen euro, tegen 79 miljoen in 2020.

In 2020 moest FrieslandCampina fors in de kosten snijden. Er zouden duizend arbeidsplaatsen moeten vervallen, dat werden er in 2021 beduidend meer: 1745. Verder verviel de gebruikelijke nabetaling aan de melkveehouders.

Dit jaar ontvangen de boeren wél een extraatje, en wel 14 cent per 100 kilogram melk. Inclusief diverse toeslagen komt de melkprijs uit op 39,23 cent, tegen 35,72 cent in 2020.

De coronapandemie had op meerdere fronten gevolgen voor de zuivelreus. Door de tijdelijke sluiting van de horeca in veel landen zag FrieslandCampina de verkoop van hoogwaardige zuivelproducten, waar het relatief veel aan verdient, inzakken. In China –waar het concern in het vorige decennium een lucratieve markt voor kindervoeding heeft opgebouwd– kwam de handel via Hongkong door sluiting van de grens vrijwel tot stilstand.

Volgens Schumacher is het concern in China de bakens aan het verzetten. Er wordt bijvoorbeeld extra ingezet op het hoogste segment kindervoeding. Maar het blijft opletten geblazen omdat de lokale concurrentie toeneemt en er in China –net als in andere Aziatische landen– steeds minder baby’s worden geboren.

In Europa is de zuivelreus „voorzichtig optimistisch” over het herstel van de professionele markt in 2022. Ook de prijzen die basiszuivel (kaas, boter en melkpoeder) opbrengen liggen op een hoog niveau.

FrieslandCampina blijft inzetten op vergroening. De uitstoot aan broeikasgassen daalde met 4 procent. Doel voor 2030 is een vermindering van 40 procent in de fabrieken en het transport en 33 procent op de boerenbedrijven, ten opzichte van 2015. Verder steeg in 2021 het percentage recyclebare verpakkingen van 87 naar 90 procent.