De nieuwe topman van het concern met een jaaromzet van ongeveer 10 miljard euro, Tiny Sanders, presenteerde de fusie als een van gelijkwaardige partners. Desondanks is Arla in omzet bijna tweemaal zo groot, maar de bedrijven sluiten naadloos bij elkaar aan. Arla richt zich met melk, yoghurt en toetjes vooral op Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk. Campina levert deze producten aan de Benelux, Duitsland, Griekenland en Rusland. Ook kaas en boter brengen de coöperaties in verschillende landen aan de man. Campina heeft meer innovaties, Arla meer bulk.

De gelijkwaardigheid blijkt ook uit de overwogen verdeling van bestuurders: Arla levert de voorzitter van de toezichthouders, Campinabaas Sanders wordt bestuursvoorzitter. Het hoofdkantoor komt in Kopenhagen, de nieuwe naam begint met Campina. Arla verdient zijn geld (omzet 2003 6,5 miljard euro) met de verkoop van Arlamelk, Lurpakboter, blauwe (Danish Blue) en fetakaas. Campina heeft onder meer de melk, Vi–Fit en Mona in het pakket, tegen een omzet vorig jaar van 3,6 miljard.

De fusie hangt nog op twee factoren. De Europese Commissie moet nog oordelen of het nieuwe bedrijf niet een te dominante marktpositie krijgt. De mening van de 21.000 melkveehouders die de coöperaties bezitten, komt aanstaand voorjaar aan bod. Zij halen voordeel uit het samengaan omdat de fusie een jaarlijkse besparing oplevert van 150 miljoen euro, waardoor de afdracht aan de boeren voor een liter melk 1,5 eurocent zou kunnen stijgen.

Besparingen zijn nodig om de boeren een goede prijs te kunnen garanderen voor hun melk. De Nederlandse veehouders hebben door de lage melkprijs moeite het hoofd boven water te houden. De besparingen zijn ook nodig omdat de concurrentie toeneemt door liberalisering van de markt.

De kostenvoordelen moeten binnen vier jaar zijn gerealiseerd, mede door een sterkere positie in onderhandelingen met supermarkten en toeleveranciers. Ook gaan de bedrijven onderzoek en ontwikkeling bundelen en sluiten enkele fabrieken. Samen tellen ze er 86. Volgens Sanders hoeven werknemers in Nederland nauwelijks te vrezen voor hun baan. „Het banenverlies zal buitengewoon gering zijn", voorspelt hij.

Schaalgrootte en daarnaast de ontwikkeling van nieuwe producten zijn de komende jaren de kernwoorden. Sanders ziet kansen voor hoogwaardige, van melk gemaakte ingrediënten, bijvoorbeeld voor de medicijnfabrikanten. Campina investeert 50 miljoen euro in een fabriek in Veghel die dit soort ingrediënten produceert. Verder richt het fusieconcern zijn pijlen op Azië omdat daar de groeimarkten gloren.

Arla en Campina hebben sinds 22 april onderhandeld. Samengaan met de Nederlandse concurrent, Friesland Coberco, is voor Sanders niet aan de orde geweest. Niet alleen zouden de kartelautoriteiten daar bezwaar tegen maken, ook de verschilen in bedrijfscultuur waren volgens de topman te groot.