Duurzaamheid zit bij familiebedrijf in de genen
In Nederland zijn zo’n 275.000 familiebedrijven actief, die goed zijn voor ruim 50 procent van de werkgelegenheid. Vorig jaar publiceerden mijn Nyenrodecollega’s Roberto Flören en Marta Berent het onderzoek ”Corona en familiebedrijven”. Belangrijkste prioriteiten bij bedrijfsopvolging waren continuïteit van het bedrijf, harmonie binnen de familie en rendement op het vermogen.
Ook bleek dat zij gewapend waren tegen de crisis voor de langere termijn. Nederlandse familiebedrijven zijn door de generaties heen een stabiele factor in de economie gebleken. Ze gaan voor een aandeelhouderswaarde op de lange termijn, en bezien vanuit rentmeesterschap de overgang van de ene generatie op de andere.
Familiebedrijven investeren in duurzaamheid omdat ze verantwoordelijkheid voelen voor de toekomstige generaties. Ze laten zich minder leiden door externe factoren zoals financiers, wetgeving of concurrentie. Dat bleek uit recent onderzoek van accountancy-
organisatie RSM en Nyenrode Business Universiteit. Het onderzoek laat zien dat de drijfveren voor duurzaamheid bij familiebedrijven hoofdzakelijk komen uit innerlijke passie en niet uit opgelegde urgentie. Dit onderzoek toont aan dat het absoluut loont om duurzaamheid hoog op de strategische agenda te hebben staan en ook daadwerkelijk te implementeren.
Het rijksbrede programma Circulaire Economie omschrijft immers het doel om de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair te laten zijn. De eerste mijlpaal op de weg ernaartoe wordt het jaar 2030, waarin er 50 procent minder grondstoffen (mineraal, fossiel en metaal) moet worden gebruikt. Familiebedrijven kenmerken zich door langetermijnperspectief, rentmeesterschap en een hechte band met het personeel en de regio. Dit sluit goed aan op duurzaam ondernemen. Uit het onderzoek van RSM en Nyenrode, waaraan 239 directeuren van Nederlandse bedrijven meewerkten, blijkt dat vooral goed bestuur (voorbeeldgedrag en aanpak onethisch gedrag door directie en eigenaren) en sociale duurzaamheid (gezondheid werknemers, diversiteit en maatschappelijke initiatieven) een belangrijke rol spelen in de bedrijfsvoering. Familiebedrijven vinden het significant belangrijker om bij te dragen aan maatschappelijke initiatieven zoals sponsoring en steun aan goede doelen dan niet-familiebedrijven. Het zijn vooral de eigenaren van familiebedrijven die een belangrijke rol spelen. Voor hen heeft het bedrijf een symbolische waarde, waardoor ze een sterke maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen en iets aan de maatschappij willen teruggeven.
Familiebedrijven werken graag samen met kennisinstellingen, staan open voor de meningen van externen en zijn bereid tot samenwerken. In de transitie naar de circulaire economie zien ze mooie innovatiekansen liggen voor producten en diensten die duurzaamheid bevorderen of hun bedrijfsprocessen verbeteren. Zij willen en kunnen zelfstandig beslissen om hierin tijd en middelen te investeren, ook al is er niet altijd op korte termijn financiële winst te behalen uit circulair ondernemen. Ook is het een kenmerk van familiebedrijven dat ze graag met (lokale) partners samenwerken. Behalve met het realiseren van economische waarde zijn de familiebedrijven vanuit hun DNA bezig met goede zorg voor werknemers en het investeren in lokale en regionale netwerken. Deze maatschappelijke waarde komt bewust terug in het nadenken over en het meten van circulariteit, doordat ze ook veel aandacht hebben voor niet-financiële waarde.
Werken aan duurzaamheid past prima bij familiebedrijven vanwege het langetermijnperspectief en de meervoudige waardecreatie die van nature in de genen zitten.
De onderzoekers ontwikkelden een duurzaamheidsindex om zo onderscheid te kunnen maken tussen familiebedrijven die verder gevorderd en succesvol zijn met duurzaamheid (koplopers) en de minder succesvolle (achterblijvers). Bij de koplopers is het duurzaamheidsbeleid meer dan bij de achterblijvers gedreven door het belang dat klanten en werknemers eraan hechten, de aansluiting op familiewaarden van de eigenaren en omdat zij zich verbonden voelen met hun regio. Daarnaast stellen de koplopers dat duurzaamheid op lange termijn betere (financiële) prestaties oplevert.
De auteur werkt bij de CHE en Nyenrode Business Universiteit.