Geen fabeltjes over Bernhard
Titel:
”Zur Lippe-Biesterfeld. Prinses Armgard, prins Bernhard en hun houding tegenover nazi-Duitsland”
Auteur: E. J. H. Schrage
Uitgeverij: Balans, Amsterdam, 2004
ISBN 90 5018 672 6
Pagina’s: 200
Prijs: € 16,50. Prins Bernhard deed afgelopen februari in een open brief in de Volkskrant een poging allerlei kwade geruchten over zijn persoon te ontzenuwen. Het vorige week verschenen boekje ”Zur Lippe Bisterfeld” steunt de prins volledig. Op basis van zijn onderzoek in het archief van prinses Armgard, prins Bernhards moeder, veegt prof. mr. E. J. H. Schage alle verhalen als lasterpraat van tafel.
Diverse publicisten hebben het de prins niet gemakkelijk gemaakt. Communist Wim Klinkenberg, die in 1979 een biografie van Bernhard publiceerde, is er zo een. En van J. G. Kikkert, Tomas Ross, Hans Galesloot en Philip Dröge had de prins ook last. Stuk voor stuk auteurs die „de grenzen van fatsoen mijns inziens ver overschreden”, schreef de prins begin dit jaar in zijn open brief. Ze brachten „beledigende onwaarheden” de wereld in of hielden die in het leven.
Zijn leven lang leverden ze De Telegraaf cum suis voorpaginanieuws. Bernhard zou vader van buitenechtelijke kinderen zijn, nazi-sympathieën hebben gehad, zich tijdens de oorlog als Nederlands stadhouder aan het Duitse bewind hebben aangeboden. En ook zijn moeder Armgard moest het ontgelden. Haar jeugd was losbandig geweest, ze was pro-nazi en niet Bernhard senior maar kolonel Pantchulidzev zou zijn natuurlijke vader zijn. Hoge bomen hebben veel wind te vangen.
Schrage (1945), voorheen VU-hoogleraar rechtsgeschiedenis en nu UvA-hoogleraar privaatrecht, neemt het voor de prins op. Hij probeert de aantijgingen aan de hand van Armgards archief, dat zich sinds vorig jaar in het Koninklijk Huisarchief bevindt, te verifiëren dan wel te falsificeren. Het is een vrij juridisch boekje geworden, een 200 bladzijden tellend verdedigingsschrift voor de prins. In elk geval geen boek voor wie een biografie van prinses Armgard zoekt; zij komt niet echt tot leven. Bovendien is de opzet vrij rommelig en betreft het eerder een geschrift dan een voldragen boek. Het uitgangspunt is geweest: wat is waar van de aantijgingen?
Het is jammer dat Schrage geen eigenhandig geschreven stukken heeft gevonden waarin prinses Armgard zich over politieke ontwikkelingen vanaf 1933 uitlaat. Andere documenten bieden hem wel de kans te ontmythologiseren. Zijn voornaamste punt wat betreft nazi-sympathieën betreft is wel dat de relatie tussen de NSDAP en de prinses verre van vriendschappelijk was. Landgoed Reckenwalde, waar de familie woonde, was juist doelwit van politiek geïnspireerde pesterijen. Uiteindelijk is het landgoed in 1944 door de SS in beslag genomen.
Schrage focust op de vermeende nazi-sympathieën, maar neemt en passant andere geruchten mee. Zo werpt het archief ook licht op het verhaal dat de prins in 1938 spionageloon zou hebben ontvangen, op de zogenaamde stadhoudersbrief en op de aard van het banksaldo dat de prins in 1944 had. Allemaal onhoudbare verhalen, stelt de auteur vast.
Klusje
De vraag is natuurlijk waar de kwade geruchten vandaan komen. Schrage is ene Michael Graf Soltikow op het spoor gekomen, „die er groot belang bij had zijn eigen nazi-sympathieën te bagatelliseren en die van de wederpartij te overdrijven.” Maar de argumentatie van de auteur is op dit punt niet van het sterkste soort.
Overigens is het opmerkelijk dat de boze tongen van Klinkenberg en de zijnen anno 2004 nog moeten worden weerlegd. Klinkenberg noemde prinses Armgard in 1979 al „nazifreudig”. Had Schrage dat als NIOD-betrokkene niet eerder ter hand kunnen nemen? Hem was zonder twijfel een blik in de nodige stukken gegund. Of was dit onderzoekje -exact aan de hand van de thema’s uit de open brief- alsnog een klusje voor prins Bernhard?