Hirsi Ali wil lelijke moedervlekken laten zien
Titel:
”Submission. De tekst, de reacties en de achtergronden”
Auteur: Ayaan Hirsi Ali
Uitgeverij: Augustus, Amsterdam, 2004
ISBN 90 457 0323 8
Pagina’s: 63
Prijs: € 5,-. ”Een nieuwe provocatie van Ayaan Hirsi Ali”, kopte NRC Handelsblad eind augustus op de voorpagina. De VVD-politica veroorzaakte met de korte film ”Submission” inderdaad de nodig beroering. In een gelijknamig boekje legt ze nog eens uit wat ze wil. „Mijn doel is niet om moslims om te toveren in atheïsten, maar om de lelijke moedervlekken te laten zien, zoals de slechte behandeling van vrouwen.”
De korte film ”Submission” (onderwerping) duurt amper elf minuten. Hirsi Ali (1969) levert met haar beelden ongezouten kritiek op teksten uit de koran. Het gaat om verzen die geweld tegen vrouwen goedkeuren. Te zien zijn een hoofdrolspeelster, gekleed in een doorzichtige sluier, en vier vrouwen met mishandelde lichamen waarop de gewraakte verzen in het Arabisch zijn gekalligrafeerd. De hoofdrolspeelster Amina vertolkt opstandige ’gebeden’ van de vier vrouwen tot Allah. Een godslasterlijke film in moslimogen.
Hirsi Ali heeft nu het script van de film in een boekje uitgegeven, aangevuld met artikelen die haar bedoelingen duidelijk moeten maken. De teksten zijn niet nieuw, maar de letterlijke weergave van een televisie-interview dat Joost Zwagerman op 29 augustus met Hirsi Ali had en een uitgebreide versie van een artikel van haar in de Volkskrant van 30 oktober. Het boekje sluit af met een bewerking van een artikel van Betsy Udink in NRC Handelsblad over vrouwenmishandeling in Pakistan.
Het heeft er alle schijn van dat uitgeverij Augustus snel en goedkoop wil meeliften op de hype rond de film ”Submission”. Er is nauwelijks een poging gedaan om samenhang te brengen in de uitlatingen die Hirsi Ali bij verschillende gelegenheden over haar kruistocht deed. Een televisie-interview uittikken levert bepaald geen helder artikel op. De subtitel van het boekje, ”De tekst, de reacties en de achtergronden”, is daarom te pretentieus. Was Hirsi Ali niet in staat haar gedachten nog eens glashelder onder woorden te brengen?
Twee teksten
Desondanks biedt het boekje een aantal interessante gezichtspunten. In de eerste plaats valt op dat Hirsi Ali in haar film slechts twee koranteksten aanhaalt die het mishandelen van vrouwen legitimeren: „En degenen, van wie gij (dat zijn de mannen, RL) ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en tuchtigt haar” (4:34) en: „Geselt iedere echtbreekster en echtbreker met honderd slagen” (24:2). De twee andere hebben betrekking op reinheid en het dragen van lichaamsbedekkende kleding.
In haar ijver om misstanden aan de kaak te stellen, redeneert Hirsi Ali soms erg kort door te bocht. Ze schroomt bijvoorbeeld niet het dragen van een sluier in verband te brengen met incest. En ze veegt de vloer aan met de seksuele moraal van de islam, die een sterke nadruk legt op kuisheid: „Seks is alleen toegestaan binnen het huwelijk. In de praktijk worden vrouwen daardoor sterker beperkt dan mannen.” En: „Zo lang de moslims het hier niet voor het zeggen hebben, zullen zij zich permanent gekwetst voelen.”
Niet ontkend kan worden dat Hirsi Ali een punt heeft als het gaat om de onderdrukking van vrouwen in islamitische landen. Zelf heeft ze de misstanden aan den lijve ondervonden in de landen Somalië, Saudi-Arabië, Ethiopië en Kenia, waar ze opgroeide. Op haar tweeëntwintigste vluchtte ze naar Europa om te ontsnappen aan een voor haar uitgezochte huwelijkskandidaat en kwam als asielzoeker in Nederland terecht. Schrijnend is het beeld dat Betsy Udink schetst van de situatie in Pakistan, waar verkrachte vrouwen door familieleden worden vermoord omdat hun naam bezoedeld is.
Niet duidelijk wordt echter waar de grens ligt tussen cultuurbepaalde zaken (zoals eerwraak en gearrangeerde huwelijken) en misstanden die op de religie zijn terug te voeren. Dat veel islamitische mannen zich beroepen op teksten uit de koran wil immers nog niet zeggen dat ze dat terecht doen.
Liberale aap
In het artikel ”De noodzaak tot zelfreflectie” betrekt Hirsi Ali ook de traditie bij haar kritiek. En dan komt de libarale aap al snel uit de mouw. „In de islamitische moraal wordt het individu door de sjaria (de islamitische wetgeving, RL) en de gemeenschap van gelovigen volledig ondergeschikt gemaakt aan de eisen van Allah. Aan het moslimindividu wordt niets overgelaten: er zijn zelfs regels die hem voorschrijven hoe hij moet zitten, eten, slapen, reizen; met wie hij wel of niet moet verkeren; welke gedachten en gevoelens hij wel en niet mag hebben. Waar Allah en zijn profeet niet aan gedacht hebben, wordt bepaald door de gemeenschap van gelovigen, die varieert van directe familie tot alle andere moslims in de hele wereld.”
Waar het bij de islam aan schort, meent Hirsi Ali, is dat „het morele kader” niet is meeveranderd met de wetenschappelijke ontwikkeling. „Elke moslim wordt, net als in de begintijd van de islam, opgevoed met de overtuiging dat alle kennis in de Koran staat, dat kritische vragen over de Koran niet zijn toegestaan en dat elke moslim, ook in 2004, zoveel mogelijk het leven van de grondlegger van de islam moet nabootsen (…) De godsdienst is statisch gebleven.” Het gevolg hiervan is dat 1,2 miljard moslims moeten leven met armoede, geweld en achteruitgang, aldus Hirsi Ali.
Ze roept moslims daarom op tot kritische zelfreflectie en stelt het christendom en het jodendom tot voorbeeld. „De christelijke en joodse god is getemd en verjaagd naar het particuliere geweten van de aanhanger. Tegenwoordig wordt hij ”liefde” of ”iets” genoemd en zijn aanhangers hebben de hel afgeschaft. De gemeenschap van christelijke en joodse gelovigen heeft haar grip op het individu verloren.” Het resultaat: vrouwen kunnen rustig over straat lopen, genieten onderwijs, delen hun leven met wie ze willen, reizen de wereld rond, kopen huizen en hebben bezittingen. „Joodse en christelijke mannen en vrouwen hebben dit bereikt door hun heilige geschriften te bekritiseren, ermee te spotten, te laten zien dat veel teksten in de bijbel en de talmoed niet deugen. De teksten zijn bewaard gebleven, maar het denken over de verhouding tussen de seksen heeft zich verder ontwikkeld.” Kennelijk meet Hirsi Ali alle religies af aan de manier waarop ze man-vrouwrelaties invullen. Deze blikvernauwing hangt natuurlijk samen met haar achtergrond en haar missie.
Letterknechten
Intussen ontneemt Hirsi Ali met haar liberale opvattingen elke vorm van religie haar zin en betekenis. De essentie van het christendom is immers het openbaringskarakter. Als het geloof in God en Zijn Woord een verzinsel van mensen zou zijn, was het inderdaad een nutteloze zaak. Maar juist dit aspect is voor Hirsi Ali onverteerbaar, zelfs bedreigend. Het aantal door haar verfoeide „letterknechten” (mensen die de Schrift letterlijk nemen) in de christelijke en de joodse wereld is tot haar genoegen „vele malen kleiner […] dan in de islamitische wereld.”
Hirsi Ali vergeet voor het gemak dat orthodoxe protestanten aan de wieg van de Nederlandse democratie hebben gestaan. Omgekeerd kan ze weten dat ook de Verlichting de heilstaat op aarde niet heeft gebracht. Juist in het West-Europa van de twintigste eeuw zijn immers twee wereldoorlogen ontbrand. En hoe gemakkelijk leidt welvaart niet tot materialisme, individualisme tot egoïsme en vrijheid tot onveiligheid? Hirsi Ali zou er goed aan doen ook het gedachtegoed van de Verlichting eens kritisch tegen het licht te houden.