Het overleg kwam op gang op de internationale herdenking van D-Day in 2014 in Normandië. De vier landen gingen daar in gesprek, enkele maanden nadat in het oosten van Oekraïne een burgeroorlog was uitgebroken. Deze Normandië-overleggroep slaagde er in 2015 in de strijd te bezweren met akkoorden die in de Belarussische hoofdstad Minsk werden gesloten.

Vertegenwoordigers van de vier landen zeiden na het overleg in Berlijn nog altijd achter de afspraken staan. Kiev en Moskou beschuldigen elkaar er echter regelmatig van zich daar niet aan te houden. De Russische onderhandelaar heeft ook kritiek geuit op Oekraïne, omdat het land heeft geweigerd in gesprek te gaan met de door Rusland gesteunde separatisten in het oosten.

De onderhandelaar namens Oekraïne heeft gezegd door te blijven werken en dat „iedereen vastbesloten is om een ​​resultaat te behalen”. Kiev verwacht dat de vier landen nu vaker met elkaar in onderhandeling zullen gaan. De laatste gespreksronde over het conflict in Oost-Oekraïne kwam op een moment waarop de spanningen rond Oekraïne zijn opgelopen door de Russische troepenopbouw bij de grens.

De strijd in Oost-Oekraïne barstte los na het afzetten in 2014 van de gekozen pro-Russische president Viktor Janoekovitsj. Pro-Russische Oekraïners kwamen in opstand en zeiden zich af te scheiden van Oekraïne. Rusland beschouwt de pro-westerse machtswisseling in Kiev in 2014 als een vooral door de VS bekokstoofde staatsgreep. Het Westen stelt dat er van een volksopstand sprake was en dat Janoekovitsj daarom ten val kwam.