Opinie

Krapte op arbeidsmarkt biedt nieuwe kansen voor gemeenten

Je zou verwachten dat het aantal mensen in de bijstand door de coronacrisis groeide. Niets is minder waar. De voortdurende krapte op de arbeidsmarkt biedt gemeenten kansen om zelfs ouderen en mensen die langdurig in de bijstand zitten, ook wel het ”granieten bestand” genoemd, aan het werk te helpen.

Frans Kuiper
9 February 2022 18:31
„Gemeenten zouden vanuit de huidige bijstandspopulatie meer mensen met een loonkostensubsidie naar werk toe kunnen leiden.” beeld iStock
„Gemeenten zouden vanuit de huidige bijstandspopulatie meer mensen met een loonkostensubsidie naar werk toe kunnen leiden.” beeld iStock

In maart 2020 bereikte de coronapandemie ook Nederland. Toen werden de prognoses over het aantal mensen in de bijstand snel bijgesteld. Voordien raakten we gewend aan dalende bijstandsaantallen, met eind 2019 een voorlopig laagtepunt met 415.000 personen. Over 2020 werd eerst uitgegaan van een verdere daling. Na de eerste lockdown kwamen er al snel sombere prognoses: in 2022 zouden 625.000 mensen een beroep op bijstand kunnen doen.

Deze prognoses bleken al snel veel te somber. Natuurlijk droeg de ondersteuning van het Rijk hieraan bij, maar de veerkracht van de economie zal ook menigeen hebben verbaasd. Al in oktober 2021 waren we terug op het niveau van eind 2019. En daarmee is ook de discussie van eind 2019 weer terug: hoe krijgen we meer mensen vanuit de bijstand aan het werk?

Uit de Benchmark Werk & Inkomen blijkt dat steeds meer mensen langdurig een beroep op de bijstand moeten doen. Van de mensen in de bijstand zit 65 procent daar langer dan twee jaar in. Het aandeel mensen dat langer dan vijf jaar een beroep moet doen op bijstand groeide naar 44 procent.

Hoewel jongeren (18-27 jaar) in de coronaperiode vaak een beroep deden op een bijstandsuitkering, steeg hun aandeel in de bijstand niet noemenswaardig. Ongeveer 11 procent van alle bijstandsgerechtigden is een jongere en dat is al jaren het geval. Veel jongeren vinden dan ook weer snel hun weg naar de arbeidsmarkt of naar school.

Niet in beeld

CBS-onderzoek uit 2018 laat zien dat van alle mensen die langer dan twee jaar een beroep doen op bijstand slechts 5,3 procent uitstroomt naar werk. En als mensen ouder zijn dan 49 jaar, daalt dat percentage naar 1,9. Uit de benchmark blijkt dat de helft van alle bijstandsgerechtigden 45 jaar of ouder is. Voor gemeenten is het geen verrassing dat ouderen en langdurig bijstandsgerechtigden maar zeer beperkt kans maken om naar werk uit te stromen. Zij besteedden immers de meeste aandacht aan mensen die jonger zijn en slechts kort een beroep op bijstand hoeven te doen.

In 2017 is gebleken dat 62 procent van de mensen in de bijstand meende vrijgesteld te zijn van de verplichting om naar werk te zoeken (klantonderzoek Monitor Participatiewet). In werkelijkheid is dit slechts 15 procent (Benchmark Werk & Inkomen). Dit grote verschil wordt verklaard doordat gemeenten veel mensen niet echt in beeld hebben. Voor veel gemeenten is dit simpel een financiële afweging: liever de beperkte middelen inzetten op mensen die snel de uitkering kunnen verlaten en zo een besparing opleveren. Op deze manier wordt het beeld dat ouderen slecht werk kunnen vinden, versterkt door de keuzes van gemeenten.

Als de trend van 2021 dit jaar doortzet, lijkt deze keuze niet langer houdbaar. Met een vergrijzend bestand en een toename van het aantal mensen dat langdurig een beroep doet op bijstand zal de focus steeds meer naar deze groepen moeten schuiven.

Meer mensen aan het werk

In de afgelopen jaren zijn de financiële middelen die gemeenten van het Rijk kregen om mensen te begeleiden steeds beperkter geworden. Het is dan ook logisch dat gemeenten het geld daar inzetten waar het snelst en het meeste rendement verwacht mag worden. Willen de gemeenten de opdracht om meer mensen naar werk te begeleiden serieus kunnen invullen, dan is er meer geld nodig.

Maar gemeenten kunnen ook zelf meer doen om deze doelstelling te realiseren. Ten eerste zouden vanuit de huidige bijstands-
populatie meer mensen met een loonkostensubsidie naar werk toe geleid kunnen worden. Ook van de kant van werkgevers mag er meer verwacht worden. Uit een SCP-publicatie blijkt dat in 2018 slechts 17 procent van de werkgevers iemand met een arbeidsbeperking die eerder bijstand ontving, in dienst had.

Verder zouden gemeenten een realistischer bedrag voor arbeid kunnen vragen voor de mensen die ze detacheren. Uit onderzoek blijkt dat de tarieven die ze vragen heel divers zijn en bijna altijd onder de kostprijs van arbeid liggen. Er moet dus veel geld bij. Zou er met marktconforme tarieven gewerkt worden, dan hielden gemeenten meer geld over voor begeleiding.

Focus verleggen

De belangrijkste opdracht voor gemeenten is echter de focus te verleggen van de controle op het naleven van de uitkeringsvoorwaarden naar het daadwerkelijk contact maken met de mensen die al wat langer een uitkering krijgen. Leer hen, hun talenten en hun ambities kennen en breng hen in beeld.

Met de krapte op de arbeidsmarkt die de komende jaren zal aanhouden, is het belangrijk nu te investeren in die mensen. ”Van uitkerings- naar ontwikkelingsorganisatie” zou een mooi motto voor de komende jaren kunnen zijn.

De auteur is adviseur en trainer Participatiewet en expert arbeidsmarktbeleid bij Stimulansz, van waaruit hij ook betrokken is bij de benchmarks Werk & Inkomen en Statushouders van Divosa, Stimulansz en BMC. Dit artikel betreft een verkorte weergave, het volledige artikel staat op socialevraagstukken.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer