Biolandbouw Europa heeft een zetje nodig
De biologische landbouw in Europa heeft een zetje nodig om verder te groeien en zich te ontwikkelen. EU-landbouwcommissaris Fischer Boel, minister Veerman van Landbouw en zijn Duitse collega Kunast zijn het daarover roerend eens. Over hoe dat moet gebeuren lopen de ideeën uiteen.
Fischer Boel, Veerman en Kunast waren dinsdag in Berlijn bij een conferentie over de toekomst van de biologische landbouw. Dat de biologische landbouw doorgroeit, is volgens alle drie belangrijk omdat deze sector fungeert als kraamkamer van nieuwe ontwikkelingen voor de reguliere landbouw. Want het streven binnen Europa is in algemene zin landbouw te bedrijven die meer milieu- en diervriendelijk is.
Veerman is vooral te spreken over dat deel van de Duitse aanpak dat een „combinatie van functies” nastreeft. Biologische landbouw gaat in regioprojecten bijvoorbeeld samen met een schone drinkwatervoorziening. Door een dergelijke combinatie wordt het voor boeren rendabel gemaakt over te stappen op de biologische bedrijfsvoering.
Nederland wil groei van de biologische landbouw vooral bereiken door de vraag naar biologische producten groter te maken. Door de hoge prijs van de biologische producten blijven die vaak in de schappen liggen. Veerman wil daarom begin 2005 een experiment opzetten waarbij inwoners van een middelgrote stad biologische producten tegen een schappelijker prijs kunnen kopen. Nijmegen heeft zich inmiddels aangemeld voor deze proef. Leeuwarden heeft ook interesse.
Daarnaast steekt het ministerie van Landbouw geld in wetenschappelijk onderzoek naar de gezondheid van biologisch voedsel. Als blijkt dat dit aantoonbaar gezonder is dan het reguliere voedsel, dan ontstaat volgens Veerman een „unique sellingpoint” voor de biologische groenten, fruit en vlees. Nu hebben deze producten nog last van een zogenaamd grijzesokkenimago.
Fischer Boel zal de komende tijd in de eerste plaats werken aan het nieuwe Europese actieplan dat voor de biologische landbouw is opgesteld. Volgens de kersverse EU-commissaris zijn echter meer „nieuwe strategieën” nodig om deze sector daadwerkelijk een stap vooruit te laten maken. Zij noemt het actieplan daarom een „tussenstap” op weg naar die nieuwe wegen.
Nederland streeft ernaar dat in 2010 10 procent van de landbouw biologisch is. Duitsland is ambitieuzer en streeft in dezelfde tijd naar 20 procent. Met respectievelijk nog geen 3 procent en ruim 4 procent nu hebben beide landen nog een lange weg te gaan.