Theocraten in een spagaat
Volgens mr. Christian van Bemmel
en drs. Gert van Veldhuizen blijkt uit onderzoek onder SGP-bestuurders dat een grondige bezinning over de strategie en de positie van de theocratisch georiënteerde partij wenselijk is. Met één been op de wal en met één been in de boot. Die situatie typeert de huidige positie van een theocratisch georiënteerde partij als de SGP in het Nederlandse democratische bestel. Met veel moeite wordt geprobeerd de boot -door politieke en maatschappelijke ontwikkelingen op drift geraakt- enigszins in de buurt van de vaste theocratische beginselen te houden. Theocraten lijken steeds meer in een spagaat te komen. Volgens ons is dat voorlopig pure noodzaak.
Het bestaan van grondrechten wordt door de SGP positief gewaardeerd. Wel heeft de partij bezwaren tegen de toepassing van een aantal grondrechten. Een onbeperkte toepassing van de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs is nooit het ideaal geweest. Het bestaan van een protestants-christelijke of reformatorische zuil in onderwijsland wordt beschouwd als een tweede keus. Hoewel het ideaal een openbare school met de Bijbel is, is de SGP blij dat ons bestel de mogelijkheid biedt om op grond van een levensbeschouwelijke grondslag scholen te stichten en in stand te houden. De spagaat tussen praktijk en ideaal was voelbaar.
Afstand groter
In onze maatschappij op drift wordt de afstand tussen het theocratische beginsel en de politieke realiteit steeds groter. Steeds vaker staan de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst ter discussie. Enerzijds door de steeds groter wordende seculiere meerderheid, anderzijds als gevolg van het feit dat integratie van een snelgroeiende islamitische bevolkingsgroep mislukt en moslimfundamentalistische acties de voorpagina’s van de kranten halen.
Binnen de SGP is de tendens waar te nemen om de grondwettelijke vrijheden in het politieke en maatschappelijke debat te gaan verdedigen. Dit ter bescherming van de rechten van godsdienstige minderheden, zodat het ook onder een seculiere overheid mogelijk blijft om als minderheid de Heere overeenkomstig Zijn Woord te dienen. Staatkundig gereformeerden als verdedigers van grondwettelijke vrijheden. De spagaat ten top?
Als SGP-jongeren voelen we ons nauw betrokken bij dit grote spanningsveld. Naar aanleiding van een grootschalige enquête onder zo’n 1500 jongeren is onder meer de commissie theocratie opgericht. Een van de activiteiten van deze commissie is een onderzoek onder ruim zestig raadsleden, statenleden en bestuurders van de SGP naar de verhouding tussen theocratie en praktijk. De uitkomsten van deze enquête en de interne bestudering hebben ons tot de overtuiging gebracht dat een grondige en partijbrede bezinning over de strategie en de positie van de SGP gewenst is.
Ideaal en praktijk
Naar onze opvatting zal het in deze bezinning vooral moeten gaan om het behoud van de vrijheid voor ouders om scholen op levensbeschouwelijke grondslag te kiezen en om het behoud van de vrijheid om God naar Zijn Woord te dienen. De kernvraag is vervolgens hoe een verdediging van de grondwettelijke vrijheden in de politieke praktijk zich verhoudt met het theocratische beginsel.
In haar beginselprogramma geeft een politieke partij de ’ideale’ samenleving weer. Voor de SGP is dat een samenleving waarin kerk, staat en onderdaan zich van harte onderwerpen aan het gezag van het Woord van God. Het verkiezingsprogramma gaat weliswaar uit van het beginselprogramma, maar verdisconteert tegelijkertijd de tijdsomstandigheden en de actuele politieke context. De vraag kan worden gesteld of, en zo ja in hoeverre het mogelijk is in het verkiezingsprogramma en in het politieke en maatschappelijke debat de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst te verdedigen, terwijl in het beginselprogramma het ideaal overeind blijft staan.
Verdere bezinning is naar onze overtuiging ook nodig over de vraag wat theocraten van een niet-christelijke overheid verwachten. De overheid is enerzijds dienares van God en wordt uit dien hoofde ertoe opgeroepen in overeenstemming met alle Tien Geboden te handelen. Anderzijds kan met L. M. P. Scholten (zie RD van 16 september) worden gesteld dat er brokken komen als een niet-christelijke overheid zich gaat mengen in godsdienstige aangelegenheden.
Moeten wij van een niet-christelijke overheid verlangen dat zij zich actief bezig gaat houden met de levensbeschouwelijke grondslag van scholen? De vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst kunnen wel eens een groot goed blijken te zijn om te waarborgen dat minderheden in het publieke domein godsdienst en onderwijs naar eigen levensbeschouwelijke opvatting kunnen inrichten.
Reveil
Voor een strategische koerswijziging moet de SGP goede argumenten hebben. Hierbij zal betrokken moeten worden in hoeverre de partij het eigen karakter kan behouden. Wij willen staande houden dat een verandering van strategie in essentie niet alleen gericht mag zijn op het behoud van bepaalde vrijheden voor eigen kring, maar dat het uiteindelijke doel moet zijn het goede te zoeken voor álle inwoners van ons land.
Anno 2004 is het voor de SGP de vraag welke strategische en fundamentele keuzes noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat er ruimte blijft bestaan voor het uitdragen van het christelijke geloof in de samenleving. Het uitdragen van de bijbelse boodschap van zonde en genade is immers een noodzakelijk middel om een geestelijk reveil in ons land mogelijk te maken. Om dat werkelijkheid te laten worden, blijft de spagaat voor theocraten voorlopig pure noodzaak.
De auteurs zijn respectievelijk voorzitter van de SGP-jongeren en jeugdwerkadviseur en voorzitter van de commissie theocratie van de SGP-jongeren.