Verklaring Openbaring grondig, maar overtuigt niet
Het Bijbelboek Openbaring behoort tot de moeilijkste boeken van de Bijbel. Dat komt omdat het profetie bevat en gevuld is met beelden die behoren tot de tijd waarin de apostel Johannes het schreef, en die teruggaan op het Oude Testament, in het bijzonder Ezechiël en Daniël.
Terecht verwerpt auteur Gert van de Weerd diverse interpretaties, namelijk dat Openbaring vervuld is in de eerste eeuw of kort daarop, dat het Bijbelboek een tijdloze geestelijke boodschap bevat en dat het leest als profetie over het wel en wee van de kerk door de eeuwen heen. Hij rekent zichzelf tot de stroming die hoofdstuk 4-22 leest als een nog onvervulde toekomst die pas tot vervulling zal komen in de eindtijd. Dit is de futuristische benadering. De eindtijd begint volgens Van de Weerd korte tijd voor de opname van de gemeente van Christus. Die periode ligt nog in de toekomst. Hij erkent dat de eindtijd al wel is begonnen met de eerste komst van Christus, maar brengt toch een beperking aan door deze periode te interpreteren als toekomst.
Daar plaats ik een kanttekening bij. Johannes presenteert zijn geschrift én als boek én als brief. Door zijn profetische boek als brief te componeren en te verzenden aan de zeven gemeenten in Asia, geeft hij niet alleen duidelijk aan voor wie de onthulling bestemd is, maar betrekt hij zijn hoorders op heel persoonlijke wijze bij de inhoud. Hij vraagt hun betrokken toewijding. Hij verblijft zelf gedwongen op Patmos en het is de bedoeling dat zijn schrijven zal worden gelezen in de gemeentelijke samenkomsten. En de kerk van alle tijden heeft met die eerste gemeenten meegeluisterd en meegelezen. Johannes heeft een boodschap voor de gemeente van Christus door de tijd heen. Wij behoren het boek Openbaring dan ook allereerst vanuit het perspectief van de hoorders aan het eind van de eerste eeuw te lezen en uit te leggen.
Het witte paard
Een voorbeeld van zijn manier van verklaren is hoe Van de Weerd zijn uitleg van hoofdstuk 6 begint met te stellen dat „de fatale beslissing” is genomen „om de oordelen van de Eindtijd te laten beginnen.” Maar wat de gemeenten waaraan Johannes schrijft of wat wij er vandaag aan hebben, dat negeert hij. Terecht verwerpt Van de Weerd de uitleg dat de ruiter op het witte paard in 6:2 Christus is. Hij geeft goede argumenten. Het betreft in elk geval een kwartet paarden. Persoonlijk denk ik dat er zich een serie rampen ontvouwt door de vernietigende aard van de zonde. De ruiter op het witte paard is gericht op verovering. Wit is de kleur van overwinning. Deze ruiter brengt vernietiging, verschrikking, terreur. Maar zijn kroon wordt hem gegeven, hij bereikt niet meer dan God hem soeverein toestaat.
De engel in hoofdstuk 10 is Christus, volgens Van de Weerd. Maar hij erkent dat de meeste verklaarders dit afwijzen. Inderdaad, Christus wordt nooit in dit Bijbelboek een engel genoemd, laat staan „een andere engel.” In 5:2 treedt reeds zo’n machtige engel op die met een boek wordt geassocieerd. Deze engel heeft een geweldige gestalte. De wereld verachtte de christenen als een onbelangrijk groepje. Maar hun geloof was gefundeerd op het Woord van God en dat Woord is in de handen van deze kolossale figuur, die de zeeën en de werelddelen overspant. Gods Woord is op een superieure wijze van belang voor de hele aarde.
Eigen vertaling
Van de Weerd heeft opnieuw een bijzondere Bijbelverklaring het licht doen zien. Hij behandelt alle verzen, tekst voor tekst. Hij geeft de Nieuwe Bijbelvertaling en de Herziene Statenvertaling en voegt er een eigen vertaling aan toe vanuit de grondtekst. Uiteraard vergroot dit het inzicht in de tekst. Daaraan voegt hij toe excursen (toelichtingen over een diversiteit aan onderwerpen) en kanttekeningen (met taalkundige uitleg). Het geheel is zeer grondig. Dit is een gigantisch werk geweest van deze autodidact, zijn vijfde verklaring inmiddels, en hem komt waardering en lof toe. Het boek telt maar liefst 863 pagina’s en is gedrukt op stevig papier, zodat het 2,24 kilo (!) weegt. Van de Weerd zoekt beslist zijn eigen weg, en spreekt ook wel over zijn vertaling als de gecorrigeerde of juiste vertaling. Soms vind ik hem eigenzinnig. Bijvoorbeeld in 12:4 vertaalt hij het Griekse ”ballo” niet met werpen, wat toch de juiste vertaling is, maar kiest hij voor een ander woord om zijn interpretatie van dit vers kloppend te krijgen.
Boekgegevens
Bijbelverklaring Openbaring van Jezus Christus door Johannes, Gert A. van de Weerd; uitg. PMI Boeken; € 59,50