Britten maken zich zorgen om stijgende kosten levensonderhoud
Britse huishoudens maken zich door de hoge inflatie grote zorgen om het steeds duurdere levensonderhoud. Het consumentenvertrouwen daalde deze maand scherp en kwam uit op het laagste niveau sinds het dieptepunt van de coronacrisis begin 2021. Die zorgen zijn niet ongegrond, want er komen nog meer prijsstijgingen aan en de lonen gaan maar beperkt omhoog.
De stijging van de energieprijzen is tot nu toe beperkt gebleven voor veel Britse huishoudens. Dat komt omdat de Britse gas- en elektriciteitsprijzen voor consumenten aan een maximum gebonden zijn. Per april worden die verhoogd om de energiebedrijven tegemoet te komen en dat kan tot wel 50 procent schelen. De overheid praat nog met de sector over mogelijkheden om de gevolgen voor huishoudens te beperken.
Ook gaan de belastingen in april omhoog. Daarmee wil de regering de overheidsfinanciën weer op orde krijgen na de sterke stijging van de uitgaven tijdens de coronapandemie. Bovendien gaat de rente in het Verenigd Koninkrijk vermoedelijk verder omhoog. Daardoor wordt geld lenen duurder. Weliswaar levert sparen dan ook iets meer op, maar voor de mensen die het zwaarst getroffen worden door de stijgende kosten biedt dat geen soelaas.
Door de problemen in de leveringsketens wereldwijd lijkt er ook nog geen einde te komen aan de hoge Britse inflatie. In december kwam die uit op 5,4 procent op jaarbasis, het hoogste cijfer in bijna dertig jaar.
Ook is er nog de brexit. Per 1 januari verliep een door de Britse regering ingestelde overgangsperiode waardoor tijdelijk uitgestelde maatregelen voor de in- en uitvoer van producten alsnog van kracht werden. Dat levert meer papierwerk op en mogelijk ook verder stijgende prijzen. Het dispuut met de Europese Unie over de regels rond Noord-Ierland kan ook nog negatieve gevolgen hebben als er geen oplossing komt.