Advocaten: getuigen moeten rol verdachten in Mallorcazaak duiden
In de zaak rond de gewelddadige dood van Carlo Heuvelman uit Waddinxveen willen de advocaten van zes van de in totaal negen verdachten een lange reeks getuigen horen om het precieze aandeel van hun cliënten helder in beeld te krijgen. Dat bleek vrijdag tijdens het eerste deel van een zogenoemde regiezitting in de zaak bij de rechtbank in Lelystad.
De 27-jarige Heuvelman kwam vorig jaar zomer op het Spaanse eiland Mallorca door uitgaansgeweld om het leven. Hij werd op 14 juli kort na 02.00 uur samen met vrienden ernstig mishandeld tijdens een confrontatie op de boulevard van badplaats El Arenal.
Heuvelman belandde bewusteloos op straat voor café De Bierexpress, waarna hij nog diverse malen zou zijn geschopt. Het slachtoffer uit Waddinxveen overleed op zondag 18 juli aan zijn verwondingen.
Het Openbaar Ministerie stelde eerder dat de groep Hilversummers de bewuste avond en nacht een spoor van geweld heeft getrokken op het vakantie-eiland. Bij twee afzonderlijke vechtpartijen werden mensen toegetakeld. Twee slachtoffers raakten gewond doordat ze werden getrapt en geschopt terwijl ze al op de grond lagen. Een van hen behoorde tot de vriendengroep van Heuvelman.
In de zaak staan negen verdachten van 18 en 19 jaar terecht. Ze komen uit Hilversum en behoren tot dezelfde groep. Drie van hen zitten nog vast voor het dodelijke geweld. Hun advocaten komen later vrijdagochtend nog aan het woord. Tot dusverre hebben de drie ontkend iets met de dood van Heuvelman te maken te hebben.
De advocaat van een van vier verdachten die nog niet eerder op de zitting verschenen vreest voor „georkestreerde verklaringen”, zo zei hij. „Er wordt gepoogd om jongens in relatie te brengen tot het geweld verricht tegen Carlo Heuvelman.” Dat blijkt volgens de advocaat uit telefoontaps en WhatsAppgesprekken. „En daar maakt de verdediging zich zorgen over.”
De rechtbank heeft vrijdag de gehele dag uitgetrokken voor de regiezitting, waarin de advocaten onderzoekswensen kunnen indienen. De rechtbank beslist daarover op 4 februari.